Het laatste gesprek

René Diekstra
Rene Psychologie voor thuis en op het werk

Het zijn er inmiddels vele honderden en ze komen nog steeds binnen. De verzoeken van lezers het in mijn vorige column genoemde interviewschema te ontvangen dat ik gebruik(te) om studenten in het kader van een cursus levenslooppsychologie in gesprek te laten gaan met hun ouders. Veel te veel voor een persoonlijk antwoord, heb ik vanaf het allereerste verzoek toch besloten iedereen die er om vraagt, een link naar het schema en naar achtergrondsinformatie daarvoor te sturen. Eigenlijk is het correcter als ik in plaats van ‘vanaf’ schrijf ‘vanwege’. Want dat allereerste verzoek deed het ‘m. De vrouw die het deed, 47, schreef dat haar ernstig zieke vader, 73, waarschijnlijk binnenkort zou komen te overlijden. Mede naar aanleiding van de column – ze had ‘m gelezen terwijl ze aan zijn ziekbed zat – was ze zich bewust geworden van hoe weinig ze eigenlijk wist van de man daarnaast haar en van zijn levensloop. Eenmaal overleden zou hij eigenlijk een intieme vreemde voor haar blijven. Dat vond ze een heel verdrietige constatering. Reden om mij te vragen of het interview ook in deze situatie nog zinvol zou kunnen zijn. Ik heb naar eerlijkheid geantwoord dat ik daar geen ervaring mee heb, maar dat ik haar een link naar het schema en naar achtergrondsinformatie zou sturen om voor zichzelf te oordelen. Gisteren, zondag, ontving ik een mail van haar. Ze liet me weten dat haar vader de vorige avond was gestorven. Maar ze wilde me vooral laten weten dat ze aan de hand van het schema het gesprek met haar vader was aangegaan nadat ze hem eerst uitleg daarover gegeven had en hij daar, ze schreef ‘met tranen in zijn ogen’, zeer instemmend op had gereageerd. Vanwege zijn toestand had ze het interview over meerdere dagen uitgesmeerd. Hoewel het hem iedere keer na enige tijd vermoeide, deed het hem ook duidelijk goed om over zijn leven gedetailleerd te kunnen praten met iemand die daar oprecht geinteresseerd in was. Ze eindigde haar mail met iets dat haar diep ontroerd had. En mij, dat lezende, evenzeer. “Een van de laatste vragen in het schema is naar wat de geinterviewde beschouwt als de gelukkigste momenten in zijn of haar leven. Mijn vader antwoordde: ‘daar mag je onze gesprekken van de afgelopen paar dagen ook bij noteren’. “Dank”. Ik heb geantwoord dat ik op mijn beurt haar bedank deze ervaring met mij te hebben gedeeld maar vooral ook voor iets anders dat ze in haar bericht schreef: “Ik heb een dochter van 21 en een zoon van 20. Stel nou voor dat ik morgen verongeluk of overmorgen een aandoening krijg waardoor ik niet meer kan communiceren. Zouden mijn kinderen dan net zo onwetend naast mijn bed en lichaam zitten als ik nog afgelopen week aan het bed  van mijn vader? Ik denk dat ik ze ga vragen mij te interviewen”. En ik denk dat het onderhand tijd wordt dat ik dat ook aan mijn kinderen ga vragen.