Generatieve herhalingsdwang

René Diekstra
Rene Psychologie voor thuis en op het werk

Op een avond, na afloop van een congres over Opvoeding en Ontwikkeling in Boedapest, kwam ik teruglopend naar mijn hotel langs een antiquarische boekhandel. In de etalage een aantal oude manuscripten. Mijn oog werd getrokken naar een dun boekje omdat de auteur Carl Gustav Jung was, een zeer invloedrijke psycholoog uit de vorige eeuw. Maar mijn interesse werd vooral gewekt door de titel ervan: Die Bedeutung des Vaters fur das Schicksal des Einzelnen (‘De betekenis van de vader voor het lot van een ieder’). Ik heb over Jung gepubliceerd en gedoceerd, maar deze publicatie kende ik niet. De volgende dag ben ik teruggegaan, heb 40 euro voor de 19 pagina’s betaald en ben gaan lezen in het café naast de boekhandel. Geen eenvoudige stof en bepaald confronterend. Zoals deze woorden: “Wanneer wij, normalen, ons leven psychologisch onderzoeken, dan zien we dat een machtige hand ons ongemerkt tot beslissingen leidt en niet altijd is die hand een goedaardige”.”Hand” staat hier voor ouderlijke hand en met name die van de vader, die al op zeer jonge leeftijd voorkeuren en gevoelspatronen in ons probeert in te graveren zodat we onze keuzes later zoveel mogelijk in overeenstemming daarmee maken. Wij denken dan wel, aldus Jung, dat wij als volwassenen bewust beslissen, maar veel van onze keuzes zijn ouderlijk voorgeprogrammeerd. Ons dat bewust maken is verhelderend, maar soms ook pijnlijk of zelfs vernederend. Want het bewijst dat we maar beperkt kapitein in eigen psyche zijn. Wij herhalen in ons  gedrag vaak keuzes en patronen van de generatie voor ons en die doet dat weer van generaties daarvoor. Noem het generatieve herhalingsdwang. Die maakt dat ons lot, onze levensloop, voor een aanzienlijk deel al in onze eerste tien twaalf levensjaren wordt bepaald. Jung’s stellingnames intrigeerden me indertijd zo dat ik me onder anderen een beeld wilde vormen van de invloed van Fred Trump, de in 1999 gestorven vader, op zoon Donald. Uit  verschillende biografieen blijkt dat Fred van heel jongsaf aan Donald indoctrineerde met opvattingen als ‘dat je familie altijd eerst komt, dat vrienden nooit voor het leven zijn (familie wel), dat je nooit opgeeft, dat je nooit ongelijk hebt of althans nooit toegeeft dat je dat hebt (behalve aan je vader), dat de eerste klap altijd meer dan een daalder waard is, dat je wat je eenmaal hebt nooit meer afgeeft (ook niet als je daar niet eerlijk aangekomen bent), dat als je rijk bent je dat ook zoveel mogelijk moet laten zien want rijkdom  imponeert de mensen en maakt je interessant, dat je nooit excuses aanbiedt en dat je verlies nooit toegeeft’. Maar vooral: ‘Dat winnen is niet alles. Het is het enige!’ In 2016 voorspelde ik op deze plaats meerdere keren dat met zo’n psychologische uitrusting Donald grote kans maakte de verkiezingen te winnen. Dat doe ik nu opnieuw. Vader Fred zal in November 2020 vanachter zijn grafsteen weer een feestje kunnen vieren. Of de rest van de levende wereld dat dan ook kan, betwijfel ik sterk.