Met stress aan het werk

René Diekstra
man-gc3143f123_1920

Er bestaan nog veel misverstanden  over wat stress is en wat je het beste kunt doen het zoveel mogelijk te voorkomen of te beheersen. Het begint al met de term ‘stress’. Velen mensen denken dat die uit de psychologie afkomstig is. Maar de term komt uit de natuurkunde en staat daar, heel toepasselijk, voor de maximale druk  die een materiaal, bijvoorbeeld een spier of een stuk hout, kan weerstaan en zonder in te scheuren of te breken zijn oorspronkelijke vorm weer kan aannemen. Die maximaal verdraagbare druk wordt wel stressquotient genoemd. Vanuit deze definitie is het woord stress ooit de psychologie binnengekomen en daar inmiddels een van de meest gebruikte termen en onderzoeks-, behandelings en preventie-onderwerpen. Psychologisch bezien is stress een in beginsel neutrale toestand. Je kunt teveel stress of druk ervaren, aangeduid als overspannenheid  of ‘burn-out stress syndrome (BOSS)’. Maar ook te weinig, vaak aangeduid als verveeldheid of rust-out stress syndrome (ROSS).  Waardoor wordt de stresscoefficient of verhouding  van BOSS versus  ROSS bepaald? Nemen we hout als voorbeeld. De stresscoefficient daarvan wordt bepaald door factoren als genen (het soort hout, zoals vuren of mahonie), chroniciteit (ouderdom in jaren), ecologie (is het lange tijd in (te) droge of vochtige ruimtes opgeslagen?) en gebruik of behandeling (waarvoor is het gebruikt, met welke druk is er ‘meegeoefend’, is het bewerkt?).  Mensen zijn niet van hout, maar deze factoren voor stressweerbaarheid gelden ook voor mensen. Maar naast deze fysieke stressfactoren spelen bij ons ook een aantal zuiver  psychologische stressfactoren mee. Zoals de mate van  autonomie of zelfcontrole over hoe we met een bepaalde toestand of druk omgaan. Zo wordt onze stressweerbaarheid  mede door ons zelf bepaald door de wijze waarop we denken, dat wil zeggen met ons zelf over onze situatie in gesprek zijn. Daarnaast blijkt dat als we bij een stressvolle toestand of gebeurtenis een bepaalde psychologische boodschappenlijst afwerken, we ons daar aanzienlijk beter doorheen slaan, zo toonde onderzoek door mijn eigen groep in samenwerking met TNO onder 14.000 werkende volwassenen aan. Ik noem enkele daarvan (en verwijs verder naar de voetnoot). Doe het volgende bij een nieuwe en belastende opgave op je werk of thuis. Interview jezelf of laat je door een ander die je vertrouwt interviewen met de volgende vragen 1.Wat zijn de (nieuwe) taken en problemen, naar aard en aantal waarmee die gebeurtenis/toestand je opzadelt? 2.Hoeveel zeggenschap heb je over hoe je die taken/problemen  het hoofd biedt? 3. Welke hulpmiddelen – materieel, informatief, sociaal en emotioneel – staan je ter beschikking? 4. Is je grondhouding ‘Ik word bedreigd”  of “Ik word uitgedaagd’? 5. Welke (nieuwe) vaardigheden heb je nodig in jouw situatie en krijg/heb je de mogelijkheid en middelen om die aan te leren ? 6. Hoe emotioneel of psychisch kwetsbaar ben je doorgaans? 7. Hoe belangrijk acht je het je psychologische weerbaarheid te versterken? Overigens, vergeet niet deze vragen en antwoorden in je achterhoofd of bij de hand te houden bij het volgende evaluatiegesprek op je werk of met je partner. Dat kan een hoop onduidelijkheid en stress schelen.

 

 

 

Image by Ryan McGuire from Pixabay