Ik sluit niet uit dat de komende maanden een toename van het aantal zelfdodingen op het spoor zal plaatsvinden. Gevolg van een wel heel merkwaardige uitlating van ProRail’s topman Pier Eringa op 24 juni, de Dag van de Rail. Eringa zei in een betoog over vertragingen op het spoor: “Als ik na een zelfmoord een smsje krijg, denk ik: verdorie, waarom niet een minder druk tijdstip uitgekozen?
Stel je bent ernstig depressief, denkt regelmatig aan zelfdoding en hoort in die toestand van deze uitspraak van de ProRail directeur. Wat voor effect zal dat op je hebben? Als je nog niet over een concrete methode van zelfdoding hebt nagedacht, dan, zo laat onderzoek zien, kan er een suggestieve werking vanuit gaan. De trein wordt opeens een optie. Als je al wel de trein hebt overwogen, kun je in Eringa’s uitspraak zelfs begrip voor die methode lezen. Want hij bekritiseert ‘m niet, vraagt alleen rekening te houden met de gevolgen voor de dienstregeling. En wie al definitief voor de trein heeft gekozen, zal zich door die uitspraak mogelijk aangemoedigd voelen.
Eringa effent in zekere zin zelfs het pad naar deze uitgang uit het leven. Zo vraagt hij ‘de suicidant’ niet om rekening te houden met gevolgen voor anderen. Zoals voor de machinist die als het ware gedwongen wordt een medemens dood te rijden. Of zoals voor degenen die achteraf de overblijfselen moeten verzamelen, niet zelden zelfs letterlijk loskrabben van de rails. Eringa zegt in feite tegen de springer- in-spe, ‘ga gerust je gang maar doe het liever niet op een druk tijdstip, dat houdt zo op’.
Uit een studie die ik samen met enkele collega’s voor de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) uitvoerde, blijkt dat er een verband is tussen de houding onder het publiek aangaande zelfdoding en het risico op zelfdoding door individuen.
Een voorbeeld. Een 19-jarige automonteur in het Westduitse Kassel beklom daar radeloos de watertoren nadat zijn baas hem had ontslagen vanwege joyriding met de auto van een klant. Een menigte verzamelde zich om de terughaalpogingen van politie en brandweer te volgen. Dankzij tussenkomst van een meisje dat hij kende, besloot de jongeman tenslotte zijn suicidale voornemen op te geven. Maar terwijl hij de brandladder afdaalde, riepen toeschouwers “lafaard�?, “je durft niet�? en dergelijke. Hij aarzelde, klom weer naar boven, en sprong omlaag. Half vallend op een reddingszeil raakte hij zo ernstig gewond dat hij kort daarop overleed.
Hopelijk blijkt aan het einde van dit jaar dat ik met mijn voorspelling over het suicidale effect van Eringa’s uitspraak ongelijk heb. Maar blijk ik gelijk te hebben, dan, vind ik, moet Eringa zijn functie opgeven. Sommige domheden moet je jezelf gewoon niet vergeven.
(Diekstra, RFW et al. Suicide and its prevention. The role of attitude and imitation. Leiden: Brill Publishers, WHO co-publicatie)