Allemaal opvoeders

door René Diekstra
children-g0d17b4163_1920

Hoe vaak ben je je bewust dat je een voorbeeld voor anderen bent en daardoor mede verantwoordelijkheid draagt voor de manier, gunstig of ongunstig, waarop dingen verlopen of anderen, met name kinderen, zich gedragen? Die vraag kwam bij mij op naar aanleiding van de volgende situatie. Mijn trein komt veel te laat aan op Rotterdam Centraal, wat betekent dat alleen als ik me flink haast ik het nog net kan redden op tijd met mijn lezing in de Doelen te beginnen. Op de Weena staat het voetgangerslicht op rood. Ik overweeg of ik toch over zal steken. Maar een groepje aanstormende auto’s dwingt me om even te wachten. Als de laatste auto voorbij rijdt en een volgende nog ver genoeg weg is, wil ik snel oversteken. Net op dat moment  zie ik aan de overkant een moeder met twee kinderen, zo’n jaar of acht schat ik ze, netjes staan wachten tot het licht groen wordt. De gedachte dat ik, volwassen man, ondanks het rode licht toch oversteek terwijl moeder en kinderen zich keurig aan de regels houden, roept op slag een innerlijk conflict op. Ik vind dat ik dat eigenlijk niet kan maken. Gelukkig springt het licht op het moment van die gedachte op groen. Terwijl ik nu reglementair gehaast oversteek, denk ik aan het  voorbeeld dat ik aan die kinderen zou hebben gegeven als ik gewoon door het rode licht heen zou zijn gelopen. Ik bedenk ook dat de moeder mij dat terecht  niet in dank zou hebben afgenomen. Terwijl zij haar kinderen bijbrengt dat je voor rood licht moet wachten lapt een of andere patjakker dat voor hun ogen doodgemoedereerd aan zijn laars. Kortom, of ik het nu wil of niet, als willekeurige volwassene heb ik ten opzichte van alle willekeurige kinderen die ik op mijn weg tegenkom, altijd ook voorbeeld- of opvoedfunctie. In gunstige of ongunstige zin. Maar hoe bewust zijn de volwassenen van deze wereld zich van deze onontkoombare verantwoordelijkheid? En hoe goed zijn ze uitgerust om die verantwoordelijkheid zo uit te oefenen dat ze meer gunstig dan ongunstig uitwerkt?  Van Mahatma Gandhi, de grootste pedagoog van de twintigste eeuw, is bekend dat hij ooit tegen een ouder zei dat als het op opvoeding aankomt ‘volwassenen de verandering moeten zijn die ze bij kinderen willen zien’. Opvoeding is daarmee vooral een kwestie van opvoeding van alle volwassenen. Gandhi heeft ook herhaaldelijk opgemerkt dat opvoeden behalve een kwestie van liefde en bewustzijn ook een kwestie van kennis en vaardigheid is. Hoe meer volwassenen weten en begrijpen van ontwikkeling en opvoeding – bijvoorbeeld welke invloeden, meer en minder bepalend zijn voor gedrag en zelfbeheersing van kinderen – hoe groter de kans dat ze voor kinderen voorbeelden zijn die hun ontwikkeling bevorderen. Recent onderzoek ondersteunt die opvatting. Rest nog wel de vraag hoe we al die volwassenen wat betreft bewustwording, opvoeding en ontwikkeling gaan bijscholen. Misschien toch maar een verplicht vak ontwikkelingspsychologie voor het middelbaar en hoger onderwijs? Het materiaal daarvoor ligt al een tijdlang klaar. Nu wij nog.

 

 

Photo by Mircea: https://pixabay.com/users/surprising_shots-11873433/?utm_source=link-attribution&utm_medium=referral&utm_campaign=image&utm_content=6895257