Arnon’s opdracht

door René Diekstra
Rene Psychologie voor thuis en op het werk

Afgelopen vrijdag was ik op uitnodiging van schrijver Arnon Grunberg als gast en gesprekspartner aanwezig bij de presentatie van zijn nieuwste boek getiteld Bezette Gebieden, een vervolg op het drie jaar eerder verschenen Moedervlekken. Voor een bomvolle zaal spraken we over suicidepreventie en de grenzen van de psychiatrie. De hoofdfiguur in beide boeken is een (oud-) psychiater, Kadoke genaamd, die ooit als voornaamste levens- en werkdoel had “Zelfvernietiging te voorkomen”. Want, zoals hij dat aan zijn collega’s bij de GGZ-crisisdienst waar hij  werkzaam was, niet moe werd te verkondigen: “De maatschappij kan zich zelfmoord niet veroorloven”. Hoewel mijn standpunt is dat de maatschappij zich juist niet kan en mag veroorloven zelfdoding onmogelijk te maken, heb ik dat niet ingebracht. Waar ik wel Arnon’s aandacht voor heb gevraagd is voor het feit dat hij in zijn teksten nu eens de term suicide gebruikt dan weer de term zelfmoord of zelfmoordpoging, maar nooit het meest terechte woord: zelfdoding. Ik heb uitgelegd dat wat de maatschappij zich niet langer kan veroorloven is het gebruik van dat onterechte en criminaliserende woord, zelfmoord. En ook waarom het terechte woord, zelfdoding, zo belangrijk is. Toen ik na afloop tijdens een soort van lanceringsfeest het exemplaar van het boek door Arnon aangereikt kreeg dat hij voor mij gesigneerd had en zijn opdracht daarin las, was mijn reactie er een van vreugde en ontroering. Die opdracht luidt:  “Amsterdam 10/1/20 Voor Rene. Geen ‘zelfmoord’ meer. Groet, Arnon”. Het moet van mijn gezicht af te lezen zijn geweest wat dat mij deed, want er kwam een jonge vrouw naar mij toe en vroeg: “Leuk, wat ie daarin schreef”. “Nou, leuk is het woord niet”, was mijn antwoord, “maar zo welkom. Iedereen die dat vreselijke woord in de ban doet, doet iets wezenlijk weldadigs. Arnon dus ook.” En ik las haar zijn opdracht voor. Terwijl ik al aanstalten maakte om te vertrekken, zei ze iets dat me trof en staande hield. “Zo zie je maar”, zei ze ,,het gaat niet om de zin van het leven, maar om de zin in het leven. “ “Hoe bedoel je”, reageerde ik. “Wel”, reageerde ze “als iemand die jij hoogacht en dat doe jij duidelijk bij Arnon, iets dat jij wilt veranderen, steunt, zich bij je  aansluit zeg maar, dan krijgt je leven even een injectie met zin. Als ik het zo bezie dan krijg je door Arnon’s bijval meer zin om door te gaan met je missie, dus meer zin in het leven. En omdat het leven geen vaststaande zin heeft, ik denk dat in ieder geval en jij volgens mij ook blijkens wat ik vanavond van je gehoord heb tijdens je gesprek met Arnon, moeten we het hebben van injecties die ons zin geven in het leven. Kijk maar naar kinderen. Die hebben altijd zin in het leven en worstelen daarom nooit met de zin van het leven. Ik wil maar zeggen, wat je zin geeft in het leven dat is de zin van het leven.”