Ooit nam ik deel aan een internationaal onderzoek naar het verband tussen werkeloosheid en zelfdoding . Een conclusie daaruit was dat naarmate de werkeloosheid in de onderzochte landen, waaronder Nederland, opliep, ook, zij het met enige vertraging, sterfte door zelfdoding toenam. Vooral onder jongeren tot circa 30 jaar. Omdat ‘slechts’ een minderheid van werkeloze jongeren tot zo’n fatale stap overgaat, besloot een Britse collega nader onderzoek te doen. En deed een verrassende ontdekking. Het risico op zelfdoding door werkeloze jongeren is vooral hoog in gebieden waar relatief weinig jongeren werkeloos zijn en laag in gebieden waar relatief veel jongeren werkeloos zijn. Wat er op wijst dat het niet zozeer werkeloosheid op zich is als wel de mate waarin een jongere, werkeloos zijnde, daardoor afwijkt van de jongeren om hem of haar heen, dat het verband tussen werkeloosheid en zelfdoding verklaart. Mogelijk speelt iets soortgelijks ook speelt op een ander vlak. Onlangs publiceerden de Universiteit Utrecht, het Trimbos Instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau een onderzoek waaruit blijkt dat Nederlandse jongeren tussen de 12 en 16 jaar tot de gelukkigste in Europa behoren. Uit het onderzoekverslag concludeer ik dat het inderdaad met 80 % van de jongeren (heel) goed gaat, maar met zo’n 10 tot 15% niet (heel) goed. Hoe moet het zijn als je als jongere, die zich vaak ongelukkig voelt, dag in dag op school en andere plaatsen omringd wordt door een overgrote meerderheid van leeftijdsgenoten die het leven vooral leuk vinden en er overwegend vrolijk en succesvol doorheen lijken te gaan. Een dag of wat geleden kreeg ik de kans dat aan een jongere te vragen die al langere tijd gebukt gaat onder depressieve gevoelens. Zijn ouders hadden mij gevraagd – met zijn instemming – een gesprek met hem te hebben. Zijn antwoord was dat toen hij de mediaberichten over het onderzoek hoorde, zijn eerste gedachte was dat hij niet ‘bij de gelukkigen’ hoort. Alsof het leven een loterij is met voor hem voornamelijk ‘nieten’. Maar vooral pijnlijk te horen was dat hij andere jongeren op afstand houdt omdat hij denkt dat ze hem niet zullen accepteren als ze weten hoe hij in het leven staat. Alsof ze er van uitgaan dat je ongelukkig voelen grotendeels een kwestie van eigen keuze of schuld is. Eigenlijk komt het erop neer dat hij andere jongeren uit de weg gaat om te voorkomen dat ze hem uit de weg gaan. “Ik vind me zelf ook geen prettig gezelschap” zei hij, “ dus zou ik niet weten waarom anderen dat wel zouden vinden.” Vorig jaar maakten 81 jongeren tussen de 10 en 20 jaar in ons land zelf een eind aan hun leven. Ik sluit niet uit dat deze jongen, zo anders dan anderen als hij zich voelt, ooit ook besluit het leven zelf uit de weg te gaan. Reden waarom ik hem heb voorgesteld het niet bij een enkel gesprek te laten. Gelukkig gaat hij dat vooralsnog niet uit de weg.