Het doel van voetbal?

René Diekstra
child-g4bf22e3c9_1280

Bestaat er eigenlijk wel zoiets als voetbal? Volgens 300 miljoen spelers  op de velden wereldwijd en  4 miljard fans langs de lijn, de tribune, televisie of sociale media, overkoepeld door de wereld voetbal federatie (FIFA), wel. Ik ben het niet met hen eens. Voor wie de benaming voetbalfederatie’ serieus neemt, moet het een spel zijn dat uitsluitend met de voeten wordt gespeeld. Dus niet, zoals vrijdag Nederland-Argentinie, met je handen duwen en trekken aan kleren en lichaam van je tegenstander, met je beide armen zijn bovenlichaam ‘omhelzen’ zodat hij niet weg en jou dus te snel af kan zijn. En al helemaal niet met je ellebogen diens gezicht of andere lichaamsdelen herhaaldelijk flinke optaters verkopen. En dan na afloop ook nog eens gaan schelden tegen scheidsrechters, coaches of tegenstanders. En toch vinden zulke praktijken en meer aan de lopende band plaats. Voetbalwedstrijden? Het woord is sowieso misplaatst. Want tijdens zulke wedstrijden mag je ook nog je hoofd als stormram inzetten. Kortom, je mag je hoogste en laagste lichaamsdelen, hoofd, voeten en mond, misbruiken  zolang  je het maar niet al te onmiskenbaar opzettelijk doet om de de tegenstander onderuit te halen, te ontregelen of zoveel mogelijk pijn te doen. Terecht is de oudste benaming van het spel, daterend van halverwege de negentiende eeuw, niet footbal of futbal, maar soccer. Dat is een dialect- of slangwoord voor ‘association’, het met meerdere anderen tegen meerdere anderen spelen van een spel. Dat kan het overigens niet zijn wat dit ‘rare’ spel zo mateloos populair maakt. Er zijn tal van  associatief-sportieve spelen, denk aan rugby. Maar geen daarvan is zo populair. Wat maakt voetbal zo ‘doeltreffend’. Is het vermaak? Is het voor kortere of langere tijd doen opleven van identiteits- of groepsvorming. Is het opvlammend nationalisme? Hoewel geen ware liefhebber moet ik toegeven dat voetbal de waarschijnlijk meest democratische en psychologische van alle associatieve sporten is. Bedenk alleen maar dat  het maken van een doelpunt veelal het direct zichtbare resultaat is van de creativiteit van een groep waarin een enkeling (cfr Messi) duidelijk zichtbaar de hoofdrol mag spelen en waarin het zo handig mogelijk omgaan met frustraties voor alle groepsleden een hoofddoel is. Kortom, voetbal is vooral frustratie-educatie. Van volwassenen door elkaar, van jongeren door volwassenen, en van volwassenen door jongeren. Zie dit alleszeggende relaas van een coach over ouder-educatie langs de lijn. Halverwege tijdens een voetbalwedstijd riep hij een van zijn zevenjarige spelertjes bij zich en vroeg: ‘Weet jij wat samenwerken is, wat een team is? “Ja!”. knikte het  joch. “En”, ging de coach verder, “je weet ook zeker wel dat als een penalty wordt toegewezen, je niet gaat protesteren, schelden, de scheidsrechter bedreigen of hem een mafkees noemen?” Het jochie knikte opnieuw. “En je weet ook dat als ik je uit de ploeg haal zodat een andere jongen ook een kans krijgt te spelen, het niet sportief is om mij een dumbo te noemen”. Weer knikte het jochie. “Goed”, zei de coach. “Ga nu naar daarginds en leg dit allemaal aan je moeder uit!”

 

 

Image by bottomlayercz0 from Pixabay