Oekraïners op zolder

door René Diekstra
kedar-gadge-A69UZJ5cnaQ-unsplash

Afgelopen dinsdagochtend vroeg werd ik wakker uit een droom of wat leek op een film in een droom. Ik had daarin  een grote grijze wolk gezien met  dreigende beerachtige contouren. Daar was iets mee. Maar een tijdlang kreeg ik niet helder wat. Tot ik opeens op de plaats van ongeveer de rechterheup van het dier een grote donkere plek zag. Een wond zo leek het. Die werd alsmaar groter en er stroomde bloed uit. En rondom die wond stonden kleine wezentjes, een soort getekende mannetjes, die er voortdurend  dingen in gooiden die bloed deden opspatten. Het geheel riep een heftig gevoel van lichamelijke spanning en bijna misselijkheid in me op, die mij uit mijn slaap haalde. Ik ben mijn bed uitgegaan om, wat ik wel vaker doe, droomflarden op te schrijven. Terwijl ik daarmee bezig was, schoot me te binnen dat ik een groot deel van de vorige avond op de televisie via allerlei zenders had gekeken naar de bloedige verwoestingen die de onophoudelijke bommenregen van het Russische leger in tientallen Oekraïnse steden had aangericht. Van een werkelijk duivelse wreedheid waar ik van over mijn nek was gegaan en verschillende keren met woedende uitlatingen op had gereageerd. Woede vooral op ons, op Europa, op de Navo, op de VS, die dat laten gebeuren. Wij Europeanen die laten gebeuren dat, nota bene in het hart van ons eigen continent, een enorme wond, want dat is Oekraïne inmiddels, dag na dag groter, bloediger, onherstelbaarder, ongeneeslijker wordt gemaakt. Oekraïne bloedt dood. Er wordt zoveel gedood, zoveel onleefbaar, zoveel kapot gemaakt, zonder enig uitzicht dat dit proces op afzienbare termijn wordt gestopt, dat nog even en er valt decennia lang daar geen normaal leven meer te leiden. Een nucleaire bom zou het niet veel beter gedaan hebben. Oekraïne zal jarenlang Europa’s open wond zijn. Maar omdat we erbij staan en er naar kijken, laden we  de morele verplichting op ons die wond te verzorgen en alles in het werk te stellen die ooit te helen. Dat zal niet zonder diepe littekens gaan. En niet zonder ingrijpende verplichtingen van onze kant jegens het Oekraïnse volk. Terwijl hun land steeds verder in bloedige puinhopen wegzinkt, moet voor miljoenen Oekraïners voor lange tijd elders een leefwaardig veilig bestaan worden geschapen. Dat zal vooral van en in  Europa moeten komen en een zware last blijken. Maar de bereidheid daartoe zal van ons ook betere mensen maken. Vorige week verscheen het boek Oekraïners op zolder, waarin oud-journaliste Marianne Janssen beschrijft hoe zij en haar man Oekraïnse vluchtelingen voor maanden in hun huis hebben opgenomen, en nog. Het is een openhartig, bij tijd en wijle ontroerend maar vooral leerzaam verslag van wat mensen die alles nog hebben, kunnen betekenen voor mensen die vrijwel niets meer hebben, mogelijk zelfs geen toekomst meer voor hun kinderen. Hoe ze samen kunnen leven, culturele verschillen overwinnen, omgangsafspraken  overeenkomen en omgangswrijvingen kunnen oplossen.Maar vooral hoe uit leed begrip, respect en vriendschap kan opbloeien. Liefde, had ik er ook nog aan toe kunnen voegen.

 

 

Photo by Kedar Gadge on Unsplash