Onderliggende waarheid

door René Diekstra
andrey-konstantinov-drir5tDCWF4-unsplash

Vorige week dinsdag, 29 september, in de vooravond. Ik loop nog te dubben of ik naar de repetitie van mijn koor, het Toonkunstkoor Leiden, zal gaan. De vorige keer, de eerste repetitie na maanden coronapauze, ben ik wel geweest. Het bestuur had voor zover ik kon beoordelen de juiste maatregelen genomen. Toch vond ik het spannend. Waarschijnlijk mede omdat mijn huisgenoten liever niet wilden dat ik ging. Hoe dan ook, het viel me alles mee en ik overwoog daarom deze keer weer te gaan. En toen kwam kort vóór zessen dat bericht binnen:”Repetitie afgelast”! ‘Een ander Leids koor blijkt half besmet te zijn ondanks het nauwkeurig houden aan de voorgeschreven maatregelen’. Mijn eerste reactie is schrik en een zekere opluchting. De beslissing is al voor mij genomen. Maar een uur of zo later thuis, een paar partituren voor me liggend, voel ik absoluut geen inspiratie om in mijn eentje te gaan oefenen. Ik zou het liefst het virus eerst eens een paar flinke optaters geven. Dat het nou een keer uit moet zijn met dat gesodemieter van alsmaar meer beperkingen. Want laten we eerlijk zijn, wat moeten we onderhand wel niet allemaal inleveren om te zorgen dat het zich koest houdt. Uit elkaars buurt blijven, niet aanraken, handengeven of kussen. Ons zoveel mogelijk in eigen huis   terugtrekken. Alleen en liefst met gekapte mond naar buiten. Buitens- en binnenshuis niet met groepen familieleden, vrienden, collega’s,  leerlingen of studenten samen komen, laat staan plezier maken, juichen, dansen, zingen, uit je dak gaan, feestvieren. En als maar weer dat handen wassen. Er is een Chinees spreekwoord dat luidt: ‘.Een leven zonder feesten is als een reis zonder herbergen’. En zo voelt het maar net. Alsof het leven steeds minder leuk wordt en er met de opkomende mist en nevel van het najaar en komende winter ook nog een deken van somberte en melancholie door de onbeheersbaar lijkende  virus-dreiging over ons innerlijk en buitenleven neerdaalt. Waarom, zo vraag ik me af terwijl ik de partituren maar weer opberg, doen we dit alles?. Waarom volgen we, of althans de meesten van ons, al die dictaten van het virus op? Wat is de waarheid die achter al die maatregelen ligt. Het moet een universele waarheid zijn want het virus dicteert inmiddels  wereldwijd het dagelijks leven. Ik meen dat die universele waarheid de verschrikking van de dood is. Die verschrikking verenigt de meesten van ons in het ons neerleggen bij de maatregelen. Maar diezelfde waarheid brengt anderen er juist toe in verzet te komen. Niet  zozeer tegen het ongemak ervan of tegen wat zij zien als de gebrekkige wetenschappelijke onderbouwing. Zij wensen niet voortdurend herinnerd te worden aan hun sterfelijkheid – een onvermijdelijk emotioneel effect van de maatregelen – of kunnen het bewustzijn ervan (nog) niet aan of verdringen het gewoon.  Vandaar zoveel meer verzet onder jongeren dan onder ouderen. De meeste jongeren willen kunnen leven alsof ze het eeuwige leven hebben. De ouderen wilden dat ooit ook, maar willen nu nog vooral zolang mogelijk leven.

 

 

Photo by Andrey Konstantinov on Unsplash