Over psychische gezondheid en zingen in een koor

door René Diekstra
Christmas_Choir_at_MEI

Het is kwart over tien in de avond en ik ben van een koorrepetitie op weg naar huis. Zoals gewoonlijk op dit tijdstip voel ik me ook nu zowel ontspannender alsook nadenkender. Een opmerkelijke combinatie. Ontspannener want dat is wat een uur of twee in groepsverband zingen doet met mij, en naar ik weet uit tientallen studies, met talloze koorzangers over de hele wereld. Koorzingen reduceert stress en bevordert welbevinden. Zelfs een enkele koorrepetitie kan dat effect, aantoonbaar op celniveau en toename van hersenendorphines, al hebben.  Maar deelnemen aan een koor lijkt aanzienlijk meer te doen. Koorzangers zijn optimistischer over hun leven en toekomst, meer tevreden met hun relaties, voelen zich gezonder, meer verbonden met anderen, minder (vaak) eenzaam, ervaren minder pijn en moeilijkheden bij dagelijkse activiteiten, en leveren vaker positievere bijdragen aan het functioneren van hun gemeenschap. Of zoals een vooraanstaande onderzoeker op dit gebied het kernachtig formuleert: “Koren zijn krachtcentrales van verbinding en welbevinden”. Overigens, behalve dat aan een koor deelnemen  op zichzelf zulke effecten kan hebben, is er  ook sprake van een zelfselectie-effect. Inderdaad zijn het vaker de lichamelijk en psychisch gezondere en nadenkendere mensen die aan koorzang en gerelateerde activiteiten deelnemen. En dat is  eigenlijk jammer. Want het betekent dat degenen die er meer van zouden kunnen profiteren dat minder doen. Hoe het ook zij, fysieke, mentale en morele gezondheid kunnen zowel oorzaak als gevolg van koordeelname zijn Dat brengt me op de intrigende en nog weinig onderzochte vraag waarom koordeelname deelnemers ook vaker doet nadenken over of stil doen staan bij de grote ‘dingen’ des levens. Natuurlijk is dat niet altijd het geval en hangt het af van wat en hoe er gerepeteerd wordt. Maar neem de klassieke koren die omstreeks deze tijd van het jaar, Pasen, vaak worden vertolkt, zoals in de Mattheus Passion van Bach of het Requiem van Verdi. Met name repetities van de laatste stemden mij afgelopen week na week zowel emotioneel bemoedigend, een soort van ‘singer’s high’ zeg maar, als nadenkend. Over leven, dood en kwetsbaarheid van mijn dierbaren en mezelf en over hoe daar zo realistische, angstvrije,  en innerlijk vruchtbare belevingsplaatsen voor te vinden. Dat valt nog niet mee voor wie beseft dat Verdi’s Requiem psychologisch gezien in wezen één onophoudelijke smeekbede aan God lijkt, helemaal in het laatste deel ervan, om mij, mens, te bevrijden van de vloek van de eeuwige dood: “Libera me, Domine, de morte aeterna…..libera me, libera me,…..bevrijd me, heer, bevrijd me uit de eeuwige dood………..””. Maar kan die eindeloze smeekbede je ooit verheffen uit je wanhoop? Mijn antwoord is dat de magie van de koorzang als gedeelde en harmonieuze wanhoop dat kan. Al die stemmen die met en na elkaar oplichten als vuurvliegjes in de nacht en al die gedachten waarvan je dacht dat die onverdragelijk waren maar door en met anderen toegankelijk blijken. Ik denk dat koorzingen onze meest perfecte, meest beschikbare, meest sociale, meest verbindende, meest magische  drug is. Als ik er een reclame boodschap voor mocht maken dan zou het zijn: “Zingend denken  over leven en dood voelt niet alleen goed, het is goed voor je”

 

 

Foto door CanuckComposer licentie-informatie: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Christmas_Choir_at_MEI.jpg