Al geruime tijd kijk ik niet meer naar de zogenaamde ‘praat’programma’s op TV, een enkele uitgezonderd, ongeacht of ze van de publieke omroep of de commercielen zijn. Dat levert me s’avonds een hoop open creativitijd op evenals verstandiger bedtijden. Maar daar is het me niet om te doen. Ik wil niet langer blootgesteld worden aan wat ik ervaar als de dikwijls belabberde en infantiele invulling en uitvoering van veel van die programma’s. Geadverteerd als talkshows blijkt de voornaamste activiteit het ondervraagd worden door ‘hosts’ van gasten aan tafel die verondersteld worden de gestelde vragen te beantwoorden en daarover niet met enige diepgang met elkaar in gesprek of dialoog te gaan. Een aanzienlijk deel daarvan zijn vaste gasten of voorzover niet vast, toch dikwijls ook in andere TV programma’s optredend. De talkshow is daarmee in feite inteelt-televisie waarin het vrijwel nooit voorkomt dat de ene gast de andere echt inhoudelijk aan de tand voelt en waar ook de hosts vrijwel altijd gespaard worden. Ik heb nog nooit gehoord, hoewel daar vaak alle reden toe is “Wat is dat nou voor maffe vraag!’. De talkshow is een plaats, in de woorden van Joachim Bodamer in zijn prachtige boek De Psychologie van van de Hedendaagse Man:”waar iedereen in het fluidum van de tevredenheid met zichzelf niet ophoudt te betogen dat hij het bij het rechte eind heeft en juist handelt en waar de leuze van de dag als hoogste wereldwijsheid geldt”. Vandaar die beginvraag in veel programma’s: “Wat is jouw nieuws van de dag?” Terwijl de veel interessantere vraag is: “Wat is er volgens jou niet nieuw aan vandaag?” De filosoof Heidegger was de eerste die onze hedendaagse cultuur als ‘praatcultuur’ bestempelde en wel in de meest oorspronkelijke betekenis van ‘praten’ dat een afgeleide is van het Engelse ‘to prate’ dat wauwelen betekent. “Het is … eigenaardig”, aldus Bodamer over Heidegger’s cultuurtypering,” dat de mens nog nooit zo uitvoerig, grondig en snel over van alles wordt ingelicht maar blijkbaar zijn het juist die overvloed aan gegevens en de behoefte zoveel mogelijk van alles op de hoogte te zijn, die een zelfstandig denken en een echte dialoog practisch onmogelijk maken”. Met de opkomst van de sociale media is dat er niet beter op geworden en de term smartphone is wel het toppunt van cynisme want in plaats van smartness een bron van infantilisme. Het gepraat waar Heidegger het over heeft, is ‘het totaal van alles dat men voortdurend uitkraamt en om in staat te zijn dat allemaal maar klakkeloos te aanvaarden moet men welhaast infantiel zijn. Het gepraat is de mogelijkheid om alles aan te grijpen zonder het te verwerken’. Dat ontslaat ons niet alleen van de taak om werkelijk te begrijpen, maar creert ook een onverschillige onbegrijpelijkheid waarvoor niets meer ontoegankelijk is. Over alles, inclusief de meest maffe complottheorieen, mag en zal gewauweld worden. Een verrassend tegengif daartegen lijken de komisch bedoelde talkshows, zoals Lubach. Volgens mijn omgeving leveren die nog de meeste diepgang en de minste prietpraat of lege intellectuele calorieen. We gaan ‘t zien.
Image by OpenClipart-Vectors from Pixabay