Relaties tussen generaties

René Diekstra
Rene Psychologie voor thuis en op het werk

“Ik heb een vraag die me al een aantal weken bezighoudt sinds ik mijn vader heb geinterviewd met het schema dat u mij hebt toegestuurd. Ik had er eigenlijk helemaal geen zin in en ik heb het voornamelijk gedaan omdat mijn vader er zo op aandrong nadat hij daarover in de krant had gelezen. Maar gek genoeg vind ik hem sindsdien aardiger. Hij mij volgens mij ook.Toch is er niks in het interview aan de orde gekomen waarvan ik kan aanwijzen ‘daar komt dat door’. Hoe zit dat dan?” Laat ik beginnen met te zeggen dat dit een effect van het (volwassen) kind – ouder interview is waarop ik zeer heb gehoopt. Zeg maar het verbeteren van de relaties tussen generaties in een en dezelfde familie. Zij het soms in andere bewoordingen heb ik inmiddels van meerdere ‘interviewer’-kinderen soortgelijke ervaringen te horen gekregen. Een zekere verbazing over het feit dat het interview op de sfeer in de onderlinge relaties een langduriger positief effect heeft zonder dat aanwijsbaar is waardoor precies. Vanuit psychologisch perspectief is dat overigens niet zo verbazingwekkend en wel vanwege wat wel eens het Tolstoi-effect genoemd wordt. Naar de grote Russische romanschrijver Leo Tolstoi (de schrijver van onder meer Oorlog en Vrede en Anna Karenina) die ooit het volgende beweerde: ‘we mogen andere mensen niet zozeer vanwege het goed dat zij ons gedaan hebben, als wel vanwege het goede dat wij hen gedaan hebben’. Zoals de aandacht die we aan hen gegeven hebben. Dat is een opmerkelijk gegeven. Als wij goed of aandachtig zijn voor iemand, zoals een ouder, een kind, een buur of als we een hulpbehoevend familielid met iets helpen, dan neemt de mate waarin we die persoon aardig vinden, dikwijls toe. De verklaring daarvoor is dat wij psychologisch zo in elkaar zitten dat wij altijd onze gedrag voor ons zelf moeten rechtvaardigen. Dus als we veel moeite voor iemand doen of iemand veel aandacht  geven en vervolgens voor ons zelf de vraag moeten beantwoorden waarom we die moeite gedaan of die aandacht gegeven hebben, dan is een voor de handliggend  antwoord, dat die ander die aandacht of hulp verdient. Dat we ons dus terecht voor die persoon hebben ingespannen. Hieruit valt een belangrijke conclusie te trekken. Door anderen te helpen of door ze aandacht te geven zoals door hen te interviewen, neemt niet alleen onze betekenis voor hen toe. Ook hun betekenis voor ons neemt toe. Fascinerend is het niet, om te moeten concluderen dat als je wilt dat jouw ouders belangrijkere mensen voor jou worden, het helpt hen te interviewen? Dat je daarbij ook nog eens informatie over hen verzamelt waardoor je hen beter begrijpt (en jezelf mogelijk ook als door hen opgevoed) is daarbij een bonus. En dan is er nog een andere belangrijke bonus. De interviewervaring helpt  je je bewuster te worden van het feit dat je de mate waarin je anderen mag, voor een groot deel zelf in de hand hebt.