Veerkrachtvragen

door René Diekstra
Rene Diekstra rotated

Onlangs was een collega bij mij op bezoek. We hadden op ons genomen om samen voor een publicatie van een vereniging waar we beiden lid van zijn een bijdrage te schrijven. We kenden elkaar nog nauwelijks, dit was in feite ons eerste gesprek, en dus ging het vooral over de meer alledaagse dingen in onze levens. Maar toen ik de voordeur achter haar sloot en terugliep naar mijn werkkamer realiseerde ik me, enigzins verbaasd, dat er aan het einde van het gesprek enkele heel persoonlijke ‘dingen’ tussen ons gewisseld waren. Maar daarover verder nadenkend vond ik dat toch niet zo vreemd. We zijn beiden werkzaam als psycholoog en een van de voornaamste doelen in het therapeutisch werk met patienten is het helpen herstellen of verwerven van veerkracht. Veerkracht wordt gewoonlijk omschreven als het vermogen om succesvol het hoofd te bieden of je aan te passen aan c.q. om te gaan met tegenslagen en niet snel op te geven bij uitdagingen of problemen. Dat maakt veerkracht natuurlijk ook een van de voornaamste doelen of stippen op de horizon van onze eigen levens. En dus vloeien juist daar werk en persoonlijk leven nogal eens in elkaar over. Zoals die middag tijdens ons gesprek. De gedachten daaraan voerden mij in herinnering terug naar een begeleidingsgesprek dat ik ooit had met een van aartsvaders van de hedendaagse psychotherapie, Albert Ellis, bij wie ik in New York in opleiding was. Kort daarvoor was mijn moeder door een dramatisch ongeval om het leven gekomen en was ik innerlijk in een kluwen van verdriet, boosheid en depressie verstrikt geraakt. Albert had me, heel sympathiek, enkele individuele gesprekken aangeboden, zulks in weerwil van het feit dat de therapeuten-opleiding altijd in kleine groepen plaatsvond. In het eerste van die gesprekken stelde hij mij een drietal vragen, die me zeer geholpen hebben en die ik zelf sindsdien aan tal van patienten heb gesteld. ‘Denk eens terug’, zei hij, ‘ aan een eerdere heftige tijd of gebeurtenis in je leven en beantwoord dan voor je zelf en mij de volgende vragen: 1) wie of wat hielp je daar doorheen; 2) wat voor positiefs leerde je daardoor omtrent je zelf? en 3) hoe heeft je dat geholpen om te gaan met moeilijke situaties later?’ Door het zoeken naar antwoorden op deze vragen realiseerde ik me onder andere dat ik zes jaar eerder, na het plotseling overlijden van mijn vader, de eerste grote dood in mijn leven, een tijdlang een rouwdagboek had bijgehouden. Dat had me zeer geholpen bij het verwerken ervan. Ellis spoorde me aan dat dagboek opnieuw te lezen en aan een vervolg daarop te beginnen. Mijn eerste reactie was dat ik dat zelf ook had kunnen bedenken. Maar dat was niet waar. Ik had blijkbaar iemand nodig die me de juiste vragen stelde. En me zo bewust maakte van het feit dat we vaak veel te weinig lering trekken uit ons eigen leven, uit onze eigen geschiedenis, uit onze vroegere veerkracht.