Bestaanspijn

door René Diekstra
Rene Diekstra rotated

Sinds 2013 is 20 maart de International Day of Happiness, Wereldgeluksdag, zo uitgeroepen door de Verenigde Naties.  Op de afgelopen Wereldgeluksdag waren er twee opvallende berichten. Een is dat ons land op de wereldranglijst van gelukkigste landen inmiddels op plaats 5 staat. Het andere is dat volgens een aantal wetenschappers Nederland wat geluk betreft het voortaan vooral zal moeten hebben van het op veel grotere schaal beschikbaar maken van psychotherapie. Want het zijn in toenemende mate psychische problemen die de voornaamste bron van ongezondheid in landen zoals het onze (gaan) vormen. Toch krijgt maar een minderheid (circa 1/3) van de mensen met die problemen hulp. Vooral voor degenen met angststoornissen, al dan niet in combinatie met stemmingsstoornissen, zoals depressie, is er te weinig effectieve hulp. En waar die wel beschikbaar is, zijn de wachtlijsten veel te lang. Dat kost de samenleving door verlies van arbeidsproductiviteit en andere complicaties veel meer dan het op grote schaal en snel beschikbaar maken van psychologische hulp kost. Maar wat vooral zou moeten tellen is dat door te weinig psychologische hulp het lijden van veel mensen – circa 43% kampt op enig moment met psychische problemen – onnodig wordt verlengd of verergerd. Iedere keer als ik een nieuwe patient zie die al te lang op een collega of mij heeft moeten wachten, zit me dat dwars. Niet alleen omdat hun ‘oppervlakkige’ problemen daardoor verergerd zijn – sociale angsten, paniekaanvallen, spanningshoofdpijnen, rouwreacties, stemmingswisselingen, relatiespanningen – maar ook om dat onderliggende existentiele problemen hun leven en levensvreugde verder hebben uitgehold. De vooraanstaande psychotherapeut Irvin Yalom schreef ooit dat een kernprobleem achter veel psychische klachten, bewust of onbewust, bestaansangst is, de moeilijkheid om met de harde feiten van het leven om te gaan. Hij noemt er vier. 1) de onvermijdelijkheid van de dood voor ieder van ons en de mensen waarvan we houden; 2) de vrijheid maar daarmee ook de verantwoordelijkheid om ons leven zelf in te richten; 3) onze ultieme eenzaamheid. We worden alleen geboren en sterven alleen; 4) de afwezigheid van enige vaststaande zin van het leven. Deze vier feiten kunnen we zien als obstakels voor onze ontwikkeling en levensvreugde. Maar we kunnen ze ook zien als uitdagingen en daaraan onze persoonlijke ontwikkeling en groei ontlenen. Zo komt het gezond omgaan met de onvermijdelijkheid van de dood in wezen neer op het leren verdragen van het altijd aanwezige conflict tussen onze wens te blijven voortbestaan en het besef van de onmogelijkheid daarvan. En betekent het psychisch gezond omgaan met onze existentiele keuze-vrijheid ophouden met anderen of externe toestanden verantwoordelijk te stellen voor onze problemen en vooral onze eigen verantwoordelijkheid in deze onderkennen en nemen. En betekent het hoofd bieden aan de fundamentele zinloosheid van het leven inzien dat ons leven haar zin vooral ontleent aan datgene waarvoor wij ons actief inzetten. De ervaring heeft mij inmiddels geleerd, niet alleen in de rol van therapeut maar ook van patient, dat psychotherapie helpt bij die bestaanspijn. Niet zelden is het zelfs levensreddend.