Stel, je krijgt op een avond heftige ruzie met je partner. Zo heftig dat er klappen vallen. Met zichtbare verwondingen en een botbreuk belandt je partner op de Eerste Hulp waar een achterdochtige dienstdoende arts te horen krijgt dat een val van de trap de oorzaak is. Jij biedt vervolgens talloze malen je excuses aan, verzekert dat dit eens maar nooit weer was en vraagt om vergeving. Maar je partner is daar zo gauw nog niet aan toe en wil voorlopig ook niet met jou alleen zijn. Er is meer gebroken dan een bot. Dat blijkt enige tijd later als je partner de relatie verbreekt. “Ik kan”, zegt die,”je wel vergeven, maar ik kan het niet vergeten. Steeds als ik je zie of via de telefoon spreek, komen ook weer de beelden van die avond terug, de angst die ik toen gevoeld heb, de pijn, de gedachte dat er in onze relatie zulk geweld heeft plaatsgevonden”. Jouw reactie is dat dit een overdreven voorstelling van zaken is, dat jullie geen gewelddadige relatie hebben, het is maar één keer voorgekomen en je hebt toch met je hand op je hart verzekerd dat het nooit meer zal gebeuren. In de woordenwisseling die volgt keert na enige tijd iets van dezelfde spanning terug als op die avond. Bevreesd dat het verder die kant op zal gaan, kapt je partner het gesprek af met ‘laat maar’ en vertrekt. Als het gaat zoals hier beschreven, en zo ongeveer gaat het niet zelden in partnerrelaties waar geweld de kop opsteekt, dan komt dat omdat jij, ‘de geweldenaar’, iets cruciaals niet ziet of wilt zien. Namelijk dat er geen groter verlies in een relatie kan plaatsvinden dan het verlies van zelfbeheersing uitmondend in geweld. Dat hoeft maar één keer te gebeuren en de ban van vertrouwen – een partnerrelatie kan niet zonder – is voor lange tijd of voorgoed verbroken. Herstel, voorzover mogelijk, begint met te stoppen je geweld te rechtvaardigen of bagatelliseren (‘het is maar één keer gebeurd’) – voor relationeel geweld bestaat geen rechtvaardiging – en te aanvaarden dat je ook de vertrouwensbasis hebt kapotgeslagen. Niet alleen met je partner maar ook met de mensen om hem of haar heen of de buitenwereld die er van hoort. Maar het vraagt meer. Onder andere dat je oprecht op zoek gaat naar het hoe en waarom van je geweld, daar open in bent en de hulp van (deskundige) anderen inschakelt. Wie dat laatste weigert, ziet de ernst van de situatie niet in en ondermijnt ook de serieusheid van het tweede belangrijke, excuses aanbieden. Want dat mag nooit alleen in woorden, het dient ook uit daden te blijken. Zoals welke maatregelen je neemt om herhaling te voorkomen. En dan niet of niet alleen om je partnerrelatie alsnog te redden. Maar vooral omdat je alles wilt doen om ervoor te zorgen dat al je relaties, huidige en toekomstige, kunnen vertrouwen op jouw zelfbeheersing en geweldloosheid.