Omstreeks het jaar 150 publiceerde de historicus Flavius Arrianus een verzameling levensadviezen die hij had opgetekend tijdens toespraken van een vrijgemaakte slaaf, Epictetus genaamd. Die publicatie kreeg de titel Encheiridion mee, Grieks voor zoiets als ‘boekje om bij de hand te houden’. Een treffende aanduiding. Want het Encheiridion kan met recht het eerste psychologische zelfhulpboek uit onze geschreven geschiedenis genoemd worden en heeft als zodanig grote invloed gehad. Al direct na verschijnen werd het onder Romeinse burgers een bestseller en zelfs Katholieke kerkvaders als Augustinus (354-430) prezen het aan. Tot ver in de 18e eeuw bleef het veelgelezen troostliteratuur, en ook in begin van de twintigste eeuw was er nog grote belangstelling voor, getuige het verschijnen van een reeks nieuwe vertalingen in verschillende talen. In ons land die van Scheurleer onder de titel Encheiridion: Zedekundig handboekje (1915). En hoewel nauwelijks nog beseft, is ook de invloed ervan in de hedendaagse psychologie en psychotherapie duidelijk aanwijsbaar. Sterker nog, de meest gepraktizeerde en wetenschappelijk stevigst onderbouwde psychotherapie-methode, de cognitieve (gedrags)therapie, heeft haar archimedische punt in deze beroemde stelling in Epictetus’boekje: ‘Het zijn niet de dingen zelf die mensen beroeren, maar het zijn hun gedachten over die dingen waardoor dat gebeurt’. Anders gezegd, wat we denken of waaraan we denken is belangrijker voor ons (on)geluksgevoel dan de gebeurtenissen die ons overkomen. Een boude maar goed te onderbouwen bewering waarvan het belang niet gemakkelijk overschat kan worden. Om de volgende redenen. 1) We denken altijd. Ook dromen zijn gedachten. Zolang we leven kunnen we het denken niet laten. We móeten denken. 2) “Er is geen andere invloed waarmee de wetenschap zich bezig houdt – aardbevingen, chemische reacties, magnetische velden of wat je ook noemt – die van meer beslissend belang is in het bepalen van onze toekomst dan gedachten”. Deze uitspraak van neuropsycholoog en winnaar van de Nobelprijs voor Geneeskunde in 1961, Roger Sperry, drukt het uit als geen ander: onze gedachten bepalen zowel onze persoonlijke toekomst als de toekomst van ons als mensheid. 3) De vraag wat gedachten eigenlijk zijn laat zich op treffende wijze beantwoorden door het oudGriekse woord ervoor, ‘phrazomai’, dat behalve mediteren of overwegen ook ‘ik ben in gesprek met mezelf’, betekent; 4) Van alle gesprekken in ons leven zijn de gesprekken die we met ons zelf in gedachten voeren de belangrijkste. Die bepalen in hoge mate wat we voelen en doen; 5) Die zelfgesprekken kunnen we op drie manieren voeren, namelijk in woorden of zinnen, in beelden, dromen of fantasieen, of in een combinatie daarvan, in beelden met ondertiteling. 6) Zelfbewustzijn en zelfcontrole zijn daarom cruciale Levensvaardigheden. Zelfbewustzijn betekent je bewust zijn van je woord- en beeldgedachten en daarmee van waarom je je zo voelt en doet als je voelt en doet. Zelfcontrole betekent het kunnen omdenken van voor je levensdoelen niet-helpende gedachten in helpende. 7) Tenslotte. Beide vaardigheden blijken heel goed te leren (zie Diekstra.nl/lezing). Want bedenk: we móeten weliswaar denken, maar we zijn vrij in wát we denken.