Oorlogsmoeheid

door René Diekstra
House_on_Bohatyrska_Street_after_shelling_of_14_March_2022_(01)

Al ruim twee jaar lang verschijnen er vrijwel dagelijks op de openingspagina’s van kranten en van TV-actualiteitenprogramma’s beelden van Oekraïense beproevingen: verwoeste steden, verwoeste levens, verwoeste gezinnen, grotendeels verwoeste toekomstdromen. En ook al bijna twee  jaar lang vraag ik me dagelijks af waarvoor die beelden zo worden getoond? Als objectieve berichtgeving? Om ons te blijven herinneren aan de gruwelen daarginds? Om ons te ontroeren? Maar hoe lang duurt die ontroering? En zijn mensen nog wel te ontroeren als ze dag op dag met de ellende van verre anderen worden gekonfronteerd zonder dat ze daar iets aan doen of kunnen doen? Is het effekt op den duur dan toch voornamelijk afstomping, ongevoeligheid, zoals de bekende socioloog Herbert Marcuse in zijn boek  getiteld Eros en Beschaving, stelt: ,,Er is geen impuls tot  verbetering van het lot van anderen die niet vermoeid raakt en het redelijke verstand slaagt er vaak niet in blijvende weerstand tegen barbarij te bieden”. Eenvoudiger gezegd, als de media ons nou maar lang genoeg met allerlei beelden en verhalen van Oekrainse ellende bestoken dan raakt ons vermogen om ontroering te voelen vanzelf wel uitgeput en gaan we op den duur een barbaarse toestand als min of meer ‘ja, zo is het nou eenmaal, en ik kan er ook niet veel aan doen’, als normaal dus, zien.

De berichtgeving door de media en de wijze waarop wij als media- consumenten die berichtgeving tot ons nemen, leidt daarom volgens Marcuse tot morele erosie, morele afstomping. In die zin zijn zogenaamde objectieve berichtgeving en emotionele ongevoeligheid twee kanten van dezelfde medaille. Iedere dag dat de oorlog langer duurt omdat wij te laat en nog altijd te weinig tegen de barbarij in actie zijn gekomen en mannen, vrouwen en kinderen onnodig sterven, neemt onze morele schuld toe. Wijlen de amsterdamse psychiater Herman Musaph heeft in zijn boek Doden met Verlof het proces dat hieraan ten grondslag ligt, pijnlijk treffend beschreven: ,, Niet degenen die sterven, maar diegenen die sterven vóórdat ze moeten en willen sterven, zij die sterven in doodsstrijd en pijn, zijn de grootste aanklacht tegen de beschaving. Zij getuigen van een niet te vergeven schuld van de mensheid. Hun dood roept het pijnlijke bewustzijn op, dat dit niet nodig was, dat het anders had gekund”.

Als we het woord ‘sterven’ in dit citaat door het woord ‘lijden’ vervangen, dan wordt duidelijk dat de zogenaamde objectieve berichtgeving over de ellende in deze wereld in belangrijke mate, zowel bij journalisten als bij consumenten, de funktie vervult van het tot zwijgen brengen van een slecht geweten. Door het op het journaal erover te hebben of erop de voorpagina een beeld van af te drukken koesteren we ons in de illusie dat we niet zonder aandacht zijn voor het lijden van anderen. Het is een afkoopsom van ons collectief schuldgevoel, die voor het lijden in de wereld meestal weinig oplevert maar voor ons in ieder geval het voordeel heeft dat we wat gemakkelijker tot de orde van dag of avond kunnen overgaan. ,,Ja”, luidt het alledaagse verweer, ,,want je kan toch niet de ellende van de hele wereld op je schouders nemen”

 

 

Bron foto: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:House_on_Bohatyrska_Street_after_shelling_of_14_March_2022_(01).jpg