Narcisme een stoornis?

door René Diekstra
26907073_1570748493038507_675655125333406695_n

Kun je een zeer geslaagd want superrijk zakenman, die zich vervolgens ook nog eens heeft opgewerkt tot de machtigste mens op deze planeet, afserveren door hem als een grote narcist weg te zetten? Als narcisme je zover kan brengen, dan moet het iets zijn dat mensen raakt, boeit zelfs. Maar waarom? Een mogelijke en tamelijke verontrustende verklaring is dat de grote narcisten van deze wereld kunnen, durven en doen wat veel mensen ook zelf zouden willen doen maar niet durven of niet kunnen. Zoals zich absoluut niets aantrekken van wat anderen over hen roepen. Zoals lak hebben aan de gevestigde orde en er plezier aan beleven die te ontregelen en te verontrusten. En zoals er ongegeneerd voor uitkomen dat voor hen hebzucht, heerszucht, genotzucht en aandachtszucht geen gebreken maar deugden zijn en wie daar moeite mee heeft, die draait maar lekker rondjes in zijn of haar verontwaardiging. Een kenmerk van sterk narcistische mensen is inderdaad een constante hang naar opwinding en sensatie, naar in het centrum van de aandacht staan en naar activiteiten en uitlatingen waardoor ze de aandacht op hen gericht houden. Want voor hen hebben anderen voornamelijk de taak hen aandacht te geven en lof, erkenning en applaus te betuigen. Krijgen ze in plaats daarvan kritiek, dan zijn de rapen gaar. Ze voelen zich acuut verraden of tekort gedaan. En slaan standaard vrijwel onmiddellijk terug met beweringen als dat de critici het altijd op hen gemunt, dat die grossieren in nepnieuws, dat zij zelf ‘te groot zijn voor dit land’, dat men stinkjaloers is op hun duurzame genialiteit. Voor de volledigheid, schuldgevoelens kent de ware narcist niet. Die zijn voor de zwakkeren onder ons. Hij kent hoogstens gevoelens van schaamte. Maar dan voornamelijk schaamte over dat hij even niet goed heeft opgelet en zich op een fout of een leugen heeft laten betrappen. Wie hem daarop wijst, hoeft daarom op enige bekentenis of op iets wat op bescheidenheid lijkt, niet te rekenen. Hoogstens op irritatie, agressie of woede. Want een wereld die verondersteld wordt te bewonderen en niet te bekritiseren, moet direct tot de orde geroepen worden. Zo niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. Met dreigementen of tegenmaatregelen. Voor hem is de ander ook niet zozeer een medemens, hoogstens een medestander of zou dat moeten zijn. Maar blijkt hij geen medestander, dan is hij automatisch tegenstander. Een wezen dat overdonderd, overtroffen of overwonnen moet worden. Voor de grote narcist is de samenleving één grote jungle waarin het recht van de sterkste geldt. Dus is ‘the only sin not to win’. De grote narcist bedoelt dat letterlijk. Er is voor hem maar één zonde en dat is verliezen. Dat doe je niet. En gebeurt het toch een keer, dan leg je je er nooit bij neer. Nog niet zolang geleden was narcisme een persoonlijkheidsstoornis. Een reden voor psychologische behandeling. Tegenwoordig lijkt het vooral een patroon waarmee je het verder kunt schoppen dan wie dan ook.