Onlangs gaf ik een training aan docenten van de Tor Vergata universiteit in Rome en besloot van de gelegenheid gebruik te maken om de Sixtijnse kapel te zien. Die had ik ooit eerder gezien maar in haast. Deze keer wilde ik op mijn gemak in een klein groepje met een gids de kunstschatten bekijken. Wat een misrekening! Al ver vóór de ingang van de Vaticaanse musea komen we in een kolkende mensenmassa terecht. Dankzij de gids kunnen we van een snelingang gebruik maken, maar dat helpt nauwelijks. Want al vanaf de veiligheidspoortjes worden we ingesloten in een metersbrede en onafzienbaar lange stoet van mensen. Even denk ik dat wij toch geluk hebben, omdat we onze gids mogen volgen die ons voorbij een aantal rijden laveert. Maar al gauw komen ook wij tot stilstand in weer een eindeloze stoet mensen, zeker een paar honderd meter. Eigenlijk zover het oog reikt. Schuifelen en stilstaan is ons lot. Met zijn vijven of meer naast elkaar, regelmatig duwend tegen elkaar en nauwelijks in beweging met elkaar. Het is daardoor vrijwel onmogelijk enige aandacht te geven aan de bizondere kunstschatten die links en rechts bij of aan de muren uitgestald zijn. In feite is het enige dat we wat langer kunt bekijken het plafond vóór ons. En wat geluid betreft, rondom ons niets anders dan geroezemoes dat alles dempt. We hebben weliswaar na de veiligheidscontrole koptelefoons gekregen, maar de stem van de gids is nauwelijks hoorbaar en waar ze opwijst vrijwel niet bekijkbaar. Ik klamp me vast aan de gedachte dat het dadelijk in de Sixtijnse kapel beter zal zijn. De finish-beloning zogezegd. Maar dadelijk blijkt ruim een uur later te zijn. En de overbevolking is nergens zo erg als juist in de kapel. Alsof God een enorme bak schepselen op de kapelvloer heeft leeggekieperd. Waardoor er eigenlijk geen bewegingsruimte meer is en je nog meer dan eerder moet duwen. Om er in te komen. En om er weer uit te komen. Van het enigzins rustig kunnen bekijken van de beroemde fresco’s is al helemaal geen sprake. Als ik later op het St. Pieter plein sta, vraag ik me verbijsterd af wat ik in Godsnaam gedaan heb. Van waarvoor ik gekomen ben, is niets terechtgekomen. Ik voel me belazerd. Ik heb voor dat geschuifel 66 euro pp. betaald. En ik voel me beschaamd. Dat ik me tot willoos slachtoffer van overtoerisme heb laten degraderen. Waarom eigenlijk? Ik ken het antwoord. Dat is wat toeristen doen. Ze nemen eindeloos wachten, ongemakken en geldklopperij voor lief omdat ze verwachten dat er aan het eind een Whau! ervaring op hen ligt te wachten. Het probleem is alleen dat hoe meer mensen voor die Whau! ervaring gaan, hoe groter de kans dat er vooral een kater je opwacht. Hoe die te voorkomen? Misschien je s’ochtends als eerste melden? Aangenomen dat niet iedereen op datzelfde idee komt? Maar dan is het natuurlijk niet zo handig dat ik dat hier opschrijf.