Trump’s psycho-logica

Onlangs vroegen mijn studenten mij – de aanleiding was dat hij nu een jaar president is – wat ik van Donald Trump vind. Mijn antwoord ‘hij is op dit moment de meest succesvolle man op deze planeet’ riep nogal wat verbouwereerde reacties op. ‘Op Trump’s curriculum staan onder meer’, zo legde ik uit, ‘zeer vermogend zakenman, invloedrijk televisiepresentator en boekenschrijver, en President van de Verenigde Staten. Hoe succesvol wil je het hebben?’ Dat leidde tot enige nadenkstilte. Die ik zelf verbrak door te zeggen ‘maar dat is niet het enige dat ik van hem vind. Als leider vind ik hem ook een van meest respectloze, slechte en schadelijke voorbeelden die er momenteel rondlopen. Schelden, razen, tieren, dreigen, aanranden, liegen, bedriegen en pesten, het laatste vaak op de meest kinderachtige manieren, hij permitteert het zich allemaal. Er moet in zijn karaktervorming iets vreselijk mis zijn gegaan. Want je kunt zijn hele levenshouding typeren met deze ene zin waarvan hij in de loop der jaren maar niet genoeg heeft gekregen die te pas en te onpas te herhalen: “The only sin is not to win’. Winnen is voor hem het enige dat telt. Als hij ooit verliest dan is het omdat de anderen vals gespeeld hebben. En om te winnen is alles gepermitteerd want ‘the winner takes it all’. Mag er met de hele buit van door. Vanuit deze winnaarsoptiek geldt daarom: ikke eerst! Trump heeft dat heel behendig omgezet in zijn slogan “America first!’, die psychologisch niets anders is dan een politieke verpakking van zijn persoonlijke ‘ikke eerst’. Dat laat zich duidelijk aflezen aan zijn milieupolitiek. Hij moet niets hebben van het accoord van Parijs, bedoeld om de uitstoot van schadelijke gassen en stoffen wereldwijd zoveel mogelijk terug te dringen. Voor hem geldt niet wat moeten we aan de aarde geven zodat deze ook voor toekomstige generaties zo leefbaar en gezond mogelijk zal zijn. Voor hem geldt wat kunnen wij Amerikanen uit de aarde nemen om onze economie op zo kort mogelijke termijn zo winstgevend als mogelijk te laten draaien. De logica van Trump is de logica van de economie, de logica van nemen. Volgens die logica gaat het er eerst en vooral om dat je nu succes hebt, in de zin van rijkdom, bezit, status. Daartegenover staat de logica van geven. Dat is de logica van de mens die zich niet afvraagt wat heeft deze planeet of hebben anderen mij te bieden maar wat heb ik deze planeet of de mensen om me heen te bieden. In het spanningsveld tussen deze twee logica’s staan deze twee vragen: Wat wil je vooral zijn, een succesvol of een goed mens? En wat doe je als beide niet verenigbaar zijn? Bij het verlaten van de collegezaal stond een van de studenten even bij mij stil. ‘Misschien toch goed’, zei ze, ‘dat we een tijdje met iemand als Trump opgescheept zitten. Anders zouden we het nu waarschijnlijk niet over deze wezenlijke vragen gehad hebben’.