Fietsvervuiling

“Ze passeren je links, ze passeren je rechts en als je een loopplank op je kofferbak legt, gaan ze ook daarover heen”, hoor ik een taxichauffeur woedend tegen de agenten zeggen. Hij heeft zojuist een fietser aangereden die ten onrechte voorrang had genomen, waarschijnlijk omdat ze meer op haar mobile dan op het verkeer lette. Het lijkt met lichte verwondingen af te lopen maar de schrik, ook bij de taxichauffeur, is er niet minder om. Ik vrees dat het een ongeval is van een type dat dagelijks op allerlei plaatsen in het land plaatsvindt en steeds vaker zal voorkomen. Want sluipend heeft zich in de afgelopen jaren een ware fietsersepidemie ontwikkeld en daarmee een hele trits van steeds hinderlijkere, onbeschoftere en gevaarlijkere gedragspatronen. Ik noem er een paar. Wat ooit bijna streng verboden was, is nu schering en inslag: fietsen over de stoep. Ik word dagelijks op mijn wandelingen links en rechts door fietsers op de stoep gepasseerd, zelfs als er naast de stoep een fietspad is. Dat je daar als voetganger vaak flink van schrikt zal de fietser een zorg wezen. Stoppen voor een zebra waar jij op het punt staat over te steken doen fietsers sowieso niet. Ook rode lichten stralend in hun richting zijn voor velen geen relevant sein. Evenmin relevant is voor veel fietsers dat het bij donker van levensbelang kan zijn dat je fietslichten aan hebt. Ik ben al heel wat keren in de auto geschrokken van een fietser die onverlicht plotseling uit het donker aan komt zetten en waarvoor ik nog net op tijd kan remmen of uitwijken. Dat roept iedere keer weer mijn woede op. Want als er op die manier een ongeluk gebeurt dan ben ik als automobilist zwaar de pineut ook als het absoluut niet mijn schuld is. En dan de fietsvervuiling. Ze worden overal neergezet, tegenaan gezet, neergesmeten, liggen om of zo geplaatst dat je ze eerst weg moet zetten alvorens je door kunt lopen. Maar het kan altijd erger. In mijn stad, Leiden, zijn er straten met  relatief smalle stoepen waarop zoveel fietsen bij elkaar staan dat er geen loopruimte meer overblijft. Je moet als voetganger daarom steeds naar de rijweg uitwijken. Maar daar rijden weer auto’s en scooters. Zodat zo’n straat voor jou als voetganger letterlijk een riskant parcours met hindernissen is. Het is er alsof tegen je geroepen wordt: ‘voetganger, je hebt hier eigenlijk niks te zoeken, maar als je dan toch zo nodig moet dan zie je maar dat je er door komt’. En precies daar zit ‘m psychologisch de kneep. De doorsnee-fietser heeft geen boodschap aan de voetganger, negeert ‘m straal, en behandelt volstrekt respectloos als een hinderlijke aanwezigheid die in de hierarchie van de openbare ruimte op de alleronderste plaats hoort. Ik weet het, meer fietsen betekent minder milieuvervuiling en dat is goed. Maar het betekent ook meer gedragsvervuiling en dat is slecht. Hoogste tijd voor een nationale fietsetiquette.