Liggend lachen

Een van de grondleggers van de gelotologie, de wetenschappelijke studie van het lachen, (van het Griekse woord gelos = lach), de psycholoog William Fry, heeft lachen ooit omschreven als stationair joggen. Die term viel mij weer te binnen tijdens een bezoek aan een familielid afgelopen zondag, die ernstig ziek in het ziekenhuis ligt. Twee andere familieleden en ik zijn bijna twee uur bij hem geweest, waarvan het eerste halfuur heel erg moeizaam was. Hij voelde zich heel slecht, had veel pijn en praten kostte grote inspanning. Intuitief gingen wij er toe over hem het gesprek zo gemakkelijk mogelijk te maken door zelf veel te zeggen waar hij eventueel op in kon haken en hem zo weinig mogelijk te vragen. Op een gegeven moment kwam het gesprek op humor. “Zijn ze hier een beetje humoristisch”, vroegen we. Waarop hij, cynisch, antwoordde: “Nog weinig van gemerkt”. Daarop kwam het gesprek op wat er bekend is over de effecten van lachen op het lichaam. Zoals dat lachen leidt tot hormonale veranderingen in ons lichaam, onder andere tot een afname van het stresshormoon cortisol. Van cortisol is bekend dat het de activiteit van het afweersysteem kan ondermijnen, zodat we kwetsbaarder worden voor ziektes. Hoge concentraties cortisol kunnen ook gepaard gaan met veranderingen in gedrag, zoals een sterkere neiging tot depressief reageren en tot ‘opgeven’. “Ik moet dus meer lachen”, zei de zieke, opnieuw tamelijk cynisch. “Zullen we dan eens proberen je aan het lachen te maken?”, was onze reactie. “Nou probeer maar, maar niet te hevig, ik heb al pijn genoeg”, was het antwoord. Daarop vertelde een van ons gelezen te hebben over een ziekenhuis in de VS waar van verplegers verwacht wordt iedere dag tenminste één mop te vertellen. “Zoals?”, vroeg de zieke. Zoals deze, was het antwoord: “Verpleegster tegen dokter” Waarom hebt u een thermometer achter uw oor? Dokter, verbaasd: waar heb ik dan mijn potlood in laten zitten?” Ondanks zichzelf ontlokte de mop de zieke een glimlach. Maar het prikkelde ook de anderen – in mijn familie geldt dat als er één mop over de dam is er een hele hoosbui aan moppen wordt leeggestort – een bijdrage te leveren. Ik denk dat we drie of vier moppen verder waren, toen de zieke er opeens zelf een mop tussen gooide. “Een tandarts die op het punt staat bij een dame een zenuwboring te verrichten voelt op een gegeven moment tot zijn verbazing dat haar hand zich stevig om zijn geslachtsdeel sluit. Terwijl hij de vrouw met grote ogen verbouwereerd aankijkt, zegt zij met een glimlach: “Dokter, laten we beloven elkaar geen pijn te doen”. Wij oprecht hartelijk lachen. Hij ook. Het gevolg? De rest van de bezoektijd was hij aanmerkelijk levendiger en grappiger en probeerde ons zo lang mogelijk bij zich te houden. En de conclusie? Joggen én lachen maken je fitter. Alleen is het laatste veel leuker om te doen. En kan liggend.