Onderschatte kinderen

Over een week of wat gaan tienduizenden kinderen weer of voor het eerst naar school. Afgeleverd door ouders die nogal eens de neiging hebben om de intelligentie, talenten en schoollust van hun kind te overschatten (zoals ze ook vaak overschatten hoeveel lichaamsbeweging hun kind krijgt). In mijn wijk zijn veel scholen, en iedere keer als ik, na weken van zomerrust, ze in drommen weer voorbij zie komen, komt deze vraag bij mij op: wat gaat er in die kinderhoofden om?’ Vinden ze het leuk om naar school te gaan? Hebben ze het daar thuis nog over gehad? Of doet het er niet toe, ze moeten gewoon. Is school net zoiets als de belastingdienst: ‘leuker kunnen we het niet maken, hoogstens makkelijker’. Hoeveel van de kinderen die naar school gestúúrd worden, want zo is het, gaan daar met angst heen? We weten het niet. In de diagnostische handboeken van psychologen en psychiaters komt schoolangst niet als aparte diagnose voor. Weten ouders wel wat er aan gevoelens in hun kinderen omgaat? Dat is maar zeer de vraag. Ouders hebben de neiging, zo blijkt uit onderzoek, om de mate van angst en negatieve emoties bij hun kinderen te onderschatten. Althans als we wat kinderen zelf zeggen te ervaren vergelijken met wat hun ouders menen dat hun kinderen ervaren. Ouders menen ook dat hun kinderen wat betreft zulke gevoelens meer op hen zelf lijken dan in werkelijkheid het geval is. Blijkbaar is het voor ouders moeilijk hun eigen emotionele perspectief te scheiden van dat van hun kind.  Een gelijkstelling die niet alleen blijkt te gelden voor angsten en andere negatieve emoties, maar ook voor positieve gevoelens, zoals optimisme. Onderzoek laat zien dat ouders de neiging hebben de mate van optimisme bij hun kinderen te overschatten en zich daarbij vaak te laten leiden door hun eigen optimisme. Optimisme onder andere over wat hun kind door naar school te gaan kan bereiken. Daarmee raak ik aan een andere vraag die regelmatig bij mij opkomt als ik al die kinderen voorbij zie komen. Is het onderwijs waar ze nu naar toe fietsen wel geschikt om de mogelijkheden en talenten die ergens in hen sluimeren tot ontwikkeling en wasdom te brengen?  Weten we dat eigenlijk wel? Het eerlijke antwoord is dat we dat niet goed weten. We hopen het, we nemen het aan, maar weten doen we het niet. We kunnen zelfs niet uitsluiten dat onderwijs voor sommige kinderen juist ontwikkelingsremmend werkt. Zeker is in  ieder geval is dat het onderwijs, algemeen gesproken, nog lang niet voldoet aan artikel 1 uit de Grondwet van de Opvoeding: ‘Kinderen hebben, ten einde gelijke kansen te krijgen zich naar hun mogelijkheden en talenten te ontplooien, recht op ongelijke behandeling in opvoeding en onderwijs’. Arme kinderen denk ik weleens als ik ze weer voorbij zie komen: ‘gestuurd door ouders die niet zelden een onrealistisch rozig beeld hebben van hoe jullie je voelen’ (‘en wat je via onderwijs kunt bereiken’).