Ware helden

“Waer werd oprechter trouw, Dan tusschen man en vrouw, Ter weereld oit gevonden?” Deze regels uit Joost van de Vondel’s toneelstuk Ghysbrecht van Aemstel schoten mij afgelopen woensdag herhaaldelijk te binnen toen ik de begrafenis van een vriendin bijwoonde. Met ontroering luisterde ik naar toespraken van familieleden waaruit keer op keer duidelijk werd hoe heldhaftig zij de laatste jaren van haar leven geleefd had en hoe trouw hij, haar man, haar ook in de diepste ellende ter zijde had gestaan. Bij haar was op een gegeven moment de vreselijke en ongeneeslijke diagnose ALS gesteld met een tijdsperspectief van 2 tot maximaal 5 jaar. Die heeft ze op een verpletterende manier verslagen door pas na twaalf jaar het gevecht met de ziekte op te geven. Een alles beheersend en doordrenkend gevecht. Want geleidelijk aan had de ziekte alle zenuwverbindingen tussen hoofd en lichaam uitgezet, zodat ze een groot deel van die jaren fysiek volstrekt hulpeloos was geworden. Volkomen afhankelijk zijn van anderen terwijl je brein en bewustzijn nog altijd uitstekend functioneren, maar de rest van je lichaam het definitief laat afweten, hoe vreselijk wil je het hebben? Niettemin had ze zich als doel gesteld het leven tot de laatste druppel uit te persen en alles wat daarbij kon helpen, mensen en machines, aan te grijpen. Waar anderen het  waarschijnlijk allang zouden hebben opgegeven, zag zij altijd weer redenen om het leven nog tijd en ruimte te geven. De geboorte van een kleinkind, een fundraising actie voor ALS-onderzoek, toch nog een keer je verjaardag vieren met vrienden. En dat kon ze omdat haar man uit volle overtuiging het besluit had genomen er altijd voor haar te zijn zolang zij er wilde zijn. De mensen om hen heen, familie, vrienden, kennissen en thuiszorgers, hebben niet zelden met bewonderende verbijstering staan toekijken hoezeer hij zich aan dat doel committeerde. Hij was er werkelijk zeven maal vierentwintig uur voor haar. Dag en nacht. Overdag nam hij haar daar mee naar toe waarheen ze wilde. En opende zijn huis voor iedereen die zij graag wilde zien en spreken. En iedere nacht onderbrak hij herhaaldelijk zijn slaap om haar te helpen en te voorkomen dat ze door problemen met haar ademhaling zou stikken. Twaalf jaar lang leverden hier twee mensen een relatieprestatie van Olympisch formaat. Voor zo’n prestatie wordt weliswaar geen gouden medaille uitgereikt. Maar niettemin zijn de mensen die ‘m leveren, veel meer dan al die zogenaamde sporthelden, helden in de meest ware, meest oorspronkelijke zin van het woord. Want het woord held komt van oude woorden die ofwel ‘hij of zij die hoedt’, zoals een kudde, of hij of zij die volhoudt, betekenen. En dat is precies wat hij met haar en zij, mede dank zij hem, met zichzelf heeft kunnen doen. Het zolang volhouden tot er geen houden meer aan is. En dan in liefde kunnen gaan en laten gaan. Ik buig in diepe bewondering het hoofd voor zulke helden.