Leiden Centraal, vrijdag 27 september. Als ik de roltrap naar het perron voor de trein naar Den Haag afstap, kom ik in een enorme menigte jongeren terecht. Zoveel dat die absoluut niet in één trein kunnen. Ik dus ook niet. Ik baal want ik ben op weg naar een bijeenkomst waar ik niet te laat wil arriveren. Met wat beleefde verzoeken en aansporingen lukt het me toch de eerstvolgende trein binnen te komen. Weliswaar niet verder dan half tegen de deuren aangedrukt en als haring in een ton. Ik kijk neer op twee jonge mannen die op klapstoeltjes zitten. Druk met elkaar in gesprek. Ik hoor ‘die demonstratie’. Nieuwsgierig geworden vraag ik “wat gaan jullie doen?” Ze antwoorden dat ze gaan demonstreren. “Voor het klimaat!” zegt de een. “Nee”, zegt de ander, “voor een ander klimaat”,. “Hebben jullie banners bij je?” vraag ik. “Jazeker “ antwoorden ze in koor en reiken er een aan. “Doet u mee?” Ik leg uit dat ik op weg ben naar een bijeenkomst over de toekomst van het onderwijs. “Ook belangrijk”, reageren ze, “maar dit is nu toch even belangrijker.” Ik ontken het niet. Bij het uitstappen in Den Haag, nadat ik hen een fantastische klimaatdemonstratie en zij mij een fantastische onderwijsbijeenkomst hebben gewenst, word ik opgenomen in een stroom van duizenden jongeren. Die gaan allemaal in dezelfde richting als ik moet. Ter hoogte van het stadhuis scheiden onze wegen. Mijn bijeenkomst is daar op de begane grond van een gebouw waarvan de hoge ramen tot op de stoep doorlopen. Daardoor zien we de hele middag, terwijl we over de toekomst van het onderwijs praten, duizenden jongeren voorbij trekken. Tijdens een pauze ga ik naar buiten. Terwijl ik naar die indrukwekkend stoet sta te kijken, komen twee meisjes op mij af en nodigen mij allervriendelijks uit mee te lopen. Ik leg uit dat ik andere verplichtingen heb en dus maar heel even kan. Waarop zij ad rem reageren dat alle beetjes helpen. Ik loop een paar honderd meter mee. Wat ze zeggen gedurende die meters houdt me nog altijd bezig. Zoals “Jullie generatie heeft het verkeerde leven geleid”. Als ik vraag of dat een beschuldiging is, ontkennen ze. “Wij denken dat jullie je lange tijd niet eens bewust zijn geweest van hoe slecht jullie op deze planeet en op de natuur gepast hebben. Want succes, economische groei, geld, bezit, dat was jullie God en is het voor de meesten nog”. “Deze demonstratie gaat dus over veel meer dan het klimaat” is mijn reactie. “Dat klopt, en juist daarom moeten jullie meedoen”. Bij het afscheid stoppen ze me een pamflet in handen met daarop een bedankje voor het meelopen en een uitnodiging voor de Extinction Rebellion manifestatie in Amsterdam vanaf 7 october. Ik besluit mee te doen. Al was het alleen maar om met jongeren zoals zij in gesprek te blijven. Want laten we alsjeblieft voorkomen dat de klimaatkwestie een kloof tussen generaties gaat worden.