2020, Economisch of Psychologisch?

De overlevering wil dat de god Janus, naar wie de eerste maand van het jaar is genoemd, ooit de belangrijkste was van de goden in het oude Rome. Want Janus had twee gezichten, een die naar achter, in het verleden, kon kijken en een die naar voren, de toekomst in kon zien. Janus was daarmee de portier van het leven (het meest gebruikte woord voor portier in het engels is nog altijd ‘janitor’). Als Janus de poort niet voor je opende dan kon je als gewoon mens de toekomst niet in. Maar zelfs als oppergod, zoals Zeus, kwam je dan voor een dichte hemeldeur.  Nieuwsjaarwensen, al dan niet vergezeld van geschenken, waren ook in de Romeinse samenleving al niet anders dan wensen voor je zelf en aan elkaar dat Janus je in staat zou stellen het verleden achter je te laten en aan een nieuwe, betere tijd te beginnen. Ik vertelde dit na afloop van een gesprek aan een bijna afgestudeerde geneeskundestudente die vanwege de zelfdoding van haar moeder voor een consult bij mij was geweest. Haar onmiddellijke reactie was “dan hoop ik oudejaarsavond klokslag twaalf Janus tegen te komen. Ik heb nog wel een paar wensen”. “Zoals..?” vroeg ik. Ze hief een hand met gespreidde vingers omhoog en telde af[i]. “Een: dat  er in 2020 voorgoed een einde komt aan het gebruik van dat meest onterechte van alle woorden: zelfmoord. Twee: dat volwassenen beter naar jongeren luisteren. Jongeren zijn vaak veel milieubewuster dan volwassenen en hun klimaatverontwaardiging en –verontrusting wordt veel te gemakkelijk afgedaan als jeugdige overdrijving of hysterie. Drie: dat er een eind komt aan de bezetenheid door voedsel, We worden  doodgegooid met voedseladvertenties, restaurant-aanbiedingen, kookprogramma’s, kookboeken, kookrecepten en kookwedstrijden. Geen wonder dat de meeste mensen veel te veel eten, overgewicht hebben en, het ergste , er geen been inzien voedsel weg te gooien dat ze niet meer op kunnen of dat maar een enkele dag over datum is. Een bewoner van een andere planeet die dat gedrag beziet, kan niet anders dan concluderen dat vraatzucht  en voedselverspilling alledaagse bezigheden op planeet aarde zijn. Vier: dat er een eind komt aan dat alsmaar uitdijende bombardement van wedstrijden, klassementen, hitlijsten en talentjachten op talloze, je kunt het zo gek niet noemen, gebieden. Competitie- en excellentiedrift zijn een ware epidemie geworden. En dat ook nog onder toejuiching  van de machtigste man op deze planeet, Donald Trump, die scoringsdrift tot zijn persoonlijk credo heeft gemaakt. Al ruim 30 jaar tot nog heel onlangs bazuint hij, hoe typerend, deze leus rond: ‘the only sin is not to win’. ‘Oftewel, wie niet wint is een loser. Punt uit’. En vijf: laten we alsjeblieft een einde maken aan onze bezetenheid door economische groei in de zin van winst en welstand, en ons voortaan richten op psychologische groei, groei in welwillendheid en wijsheid in de omgang met elkaar en de natuur”. Ik heb, mede namens mijn generatiegenoten, een diepe buiging gemaakt voor zoveel jeudige intelligente wijsheid.