Beloof dat toch niet!

Afgelopen dinsdag verscheen er in de NRC en op de website van 113 (www.113.nl) het volgende bericht: ‘Vragenlijsten en trainingen kunnen suicide onder jongeren voorkomen. Een dergelijke aanpak bleek in Brabant effectief’. Mijn eerste reactie? Alsjeblieft, beloof dat toch niet! Ik hou me regelmatig bezig met hulpverlening aan suicidale jongeren, met consult geven aan gezinnen of organisaties die daarmee te maken hebben en met het bijhouden van de wetenschappelijke onderzoeksliteratuur over suicidepreventie bij jongeren. Wat mij drijft is het besef dat er geen groter drama denkbaar is, zowel voor direct betrokkenen zoals ouders en broers/zussen, als voor ons als mensheid, dan als een kind niet meer wil leven en de daad bij die wens voegt. Dan sterft niet alleen een kind. Dan sterft ook een toekomst. Maar er is ook geen grotere vreugde, grotere overwinning, denkbaar dan als het lukt een kind voor de poort van de dood weg te halen en naar het leven terug te voeren. Maar daar zijn geen gemakkelijke manieren voor, zo laat ruim honderd jaar intensief onderzoek – in 1910 vond al het eerste wetenschappelijke symposion over zelfdoding onder jongeren plaats – steeds weer zien. Zelfdoding is een complex fenomeen en nog altijd, meer dan een eeuw later, begrijpen we onvoldoende hoe biologische, psychologische, sociale en omgevingsfactoren in wisselwerking crisissituaties creeren met zelfdoding als uitkomst. We weten daarom ook nog altijd onvoldoende hoe en waarmee we moeten ingrijpen om zo’n afloop bij jeugdigen te voorkomen. Ik heb dan ook nog geen enkel hard bewijs gezien dat de ‘Brabantse-113’ aanpak ook maar één zelfdoding door een jongere heeft voorkomen. Wat het bij een bepaalde groep  jongeren zal bereiken, is een vermindering van depressieve gedachten en van suicide-ideatie, van gedachten aan zelfdoding. Zoals ook een reeks andere programma’s, zowel in ons land als elders, dat doen. Maar volkomen terecht stelt de recente Research Agenda for Youth Suicide Prevention: depressieve gevoelens, suicide ideatie, suicidepoging en suicide zijn te onderscheiden gedragingen en bevindingen met betrekking tot  een daarvan hebben onvoldoende zeggingskracht of validiteit met betrekking tot de andere. Suicidegedachten en het doen van een niet-dodelijke poging zijn indicatoren voor hoge stress en/of gebrekkige persoonlijke vaardigheden en sociale steun of relaties. Maar het zijn geen robuste indicatoren of voorspellers van zelfdóding. Zelfdoding is een betrekkelijk uitzonderlijk verschijnsel onder jongeren, ook onder degenen met depressieve gevoelens of suicidegedachten. Er is daarom grote behoefte aan onderzoek naar de uitzonderlijke processen die deze uitzonderlijke sterfgevallen op een inzichtelijke en beinvloedbare wijze in beeld brengen. Dergelijk onderzoek is moeilijk, tijdrovend en kostbaar, zoals ik zelf bij herhaling heb ervaren en onder andere met ouders en andere betrokkenen heb beschreven in het boek ‘Het is net of ik hier niet hoor. Leven en dood van een dertienjarige’. De preventie van zelfdoding bij jongeren met een hoog risiko daarop is een opgave die het afnemen van signaleringsvragenlijsten en geven van vaardigheidstrainingen verre te boven gaat. Stop daarom alsjeblieft met onverantwoorde beloftes. Ze voegen hoogstens ontgoocheling toe.