Oom Donald

Ze wil hem niet zomaar een diagnose opplakken, zoals narcist of sociopaat. Dat is hij wel maar hij is in veel meer opzichten gestoord. Het zou een hele batterij tests vergen dat uit te zoeken en daar zal hij absoluut nooit aan meewerken. Aan het woord is Mary Trump, het enige nichtje van Donald in haar boek Too Much and Never Enough (Teveel en nooit genoeg) waarvan morgen de Nederlandse vertaling verschijnt. Donald heeft geprobeerd publicatie te verhinderen en ik begrijp maar al te goed waarom. Mary, klinisch psycholoog van beroep, schrikt er niet voor terug om de psychopathologie, de psychische gestoordheden, in de Trump familie onder een vergrootglas te leggen om ons, de buitenwereld, te doen begrijpen met wie we in het Witte Huis te maken hebben en dat hij daar weg moet. Haar boek is daarom zeker ook bedoeld haar landgenoten op te roepen absoluut niet dezelfde fout te maken als vier jaar geleden. De verbijstering die zij ervoer toen Donald in 2016 door de Republikeinse partij als presidentskandidaat werd genomineerd is van tal van pagina’s nog altijd zo af te pakken. Ze was er van overtuigd dat hij nooit gekozen kón worden. “Maar alleen al het idee dat hij een kans had, was verontrustend”. En toen die verontrusting werkelijkheid werd “ voelde het alsof 62.979.636 stemgerechtigden ervoor hadden gekozen Amerika te veranderen in een grootschalige versie van mijn zo ernstig  gestoorde  familie”. In haar boek gaat ze uitvoerig en overtuigend gedetailleerd daarop in. Daarbij schrijft ze aan haar grootvader Fred I Trump, vader van Donald en van haar eigen vader Fred II, een hoofdrol toe. Ze beschrijft Fred I als een klassieke sociopaat  gekenmerkt door een volslagen gebrek aan empathie, een neiging tot liegen en bedriegen, onverschilligheid over goed en fout, grof en niet zelden wreed gedrag, een volslagen gebrek aan interesse in andermans rechten en een onverzadigbare geldzucht. Hij had er plezier in zijn kinderen voortdurend tegen elkaar op te zetten. Degene die daaruit als angstigste of zwakste tevoorschijn kwam kon standaard op zijn minachting rekenen. Dat lot was  doorgaans Mary’s vader Fred II beschoren, die daar uiteindelijk aan onderdoor is gegaan en zich, 42 jaar oud, dood heeft gedronken. Donald leerde daardoor al heel jong om nooit zwakte tonen, zich nooit gewonnen te geven, altijd terug te slaan, zoveel mogelijk verdeeldheid te zaaien, en er niet voor terug te schrikken om anderen, wreed of crimineel te behandelen als dat het meeste (geld) opleverde. De voorbeelden die Mary daarvan geeft, doen je beseffen dat voor de machtigste man op aarde macht niet verantwoordelijkheid betekent, maar recht. Recht om te nemen en te laten wat hem persoonlijk goeddunkt. Maar hoe het kan dat hij met zo’n pathologische uitrusting zich toch tot die positie heeft opgewerkt terwijl hij overduidelijk onbekwaam is, daarop blijft ook Mary het antwoord schuldig. Mede daarom ben ik er met haar bepaald niet gerust op dat haar oom op 3 november zal verliezen. Of bij verlies het hoofd zal buigen.

 

 

 

Photo by Library of Congress on Unsplash

Ouderengetto’s

Al ruim veertig jaar ken ik haar. De eerste twintig daarvan waren we collega’s, sindsdien is ze een goede vriendin. Een waarmee ontmoetingen altijd weer een plezier zijn. Door haar trouw, goedlachsheid en optimisme. Bij haar laatste bezoek, enkele weken geleden, leek ze aanvankelijk die eigenschappen als vanouds te hebben behouden. Tot het gesprek op Corona kwam. Opeens was daar, meer dan bezorgdheid, vooral boosheid. “Ik baal ervan” (dat had ik haar nooit  eerder horen zeggen) “hoe ze ons ouderen neerzetten. Vóór corona stond ik nooit bij leeftijd stil. Ik ben gezond van lijf en geest. 82, nou en! Maar sinds corona voel ik me 82 en oud. Je krijgt voortdurend ingewreven, via kranten, persconferenties, radio en vooral die stomme late avond praatprogramma’s op TV,  dat  jij tot de kwetsbaren behoort waarvoor anderen, jongeren, ondernemers, de hele economie, zich moeten opofferen. Alsof wij voornamelijk nog tot last zijn, onnuttige schepsels, surplus-mensen, dor hout. Dat terwijl wij ouderen al langere tijd in de hoek zitten waar de klappen vallen. Mijn pensioen is de afgelopen jaren alleen maar lager geworden. Prijscompensatie krijgen we al zeker 10 jaar niet meer. Mede daarom ben ik verhuisd naar een kleinere, goedkopere woning. Maar waar ik me ook boos over maak, me zelfs voor schaam is hoe ouderen er zelf ook een zootje van gemaakt hebben. Zoals de door ruzies ontplofte 50+ partij, waar ik echt mijn hoop op had gevestigd. Zodat iedereen nu loopt te roepen dat die oudjes het in ieder geval zelf niet kunnen, hun eigen belangen behartigen”. Dan blijkt dat haar boosheid sterk vermengd is met angst. Niet zozeer voor ziekte of dood, als wel voor de steeds vaker gehoorde geluiden om de bewegingsvrijheid en rechten van ouderen aan banden te leggen. Die mogen straks misschien alleen nog op voorgeschreven uren naar de supermarkt of de straat op om een wandelingetje te doen, zodat er geen contact met besmettende jongeren kan plaatsvinden. En mogelijk hebben ouderen binnenkort niet eens meer dezelfde rechten als de jongere generaties op bepaalde  gezondheidszorg, bijvoorbeeld ziekenhuisopname of IC- behandeling. Heeft ze een punt? Ik vrees meerdere. Als het in Corona-verband over ouderen gaat, wordt voortdurend gehamerd op hun kwetsbaarheid en zelden of nooit op hun weerbaarheid, lichamelijk, psychisch en sociaal, of op hoe die vergroot kan worden. Terwijl daar tal van mogelijkheden voor zijn. Ook wordt zelden benadrukt dat veel 70plussers nog sociaal actief en productief zijn en willen zijn, in beroepen, vrijwilligerswerk, verenigingen, kinderoppas, opvoeding, enzovoorts. In het huidige corona-beleid ligt wat ouderen betreft  de nadruk voornamelijk nog op afzonderen, isoleren of ‘distancing’, en dat terwijl  juist sociale isolatie of vereenzaming immuunsysteem ondermijnend is. Ze heeft het woord niet gebruikt, maar naar haar luisterend kwam bij mij de gedachte op ‘waar jij in feite tegen ageert en terecht bang voor bent, is dat er in de toekomst getto’s voor de ouderen worden ingericht. Natuurlijk zullen politici en beleidsmakers dat nu nog ontkennen. Maar dat is historisch geen garantie gebleken.

 

 

 

 

Photo by Alex Boyd on Unsplash

 

Bij ongewijzigd gedrag

“We moeten angst oproepen!” Dat zou de vroegere Amerikaanse vice-president Al Gore bij herhaling hebben geroepen tegen de mensen waarmee hij in 2006 zijn An Inconvenient Truth (Een ongemakkelijke waarheid) maakte. In die film worden de rampen getoond die zich door klimaatverandering overal ter wereld zullen voltrekken als we niet onze levensstijl en omgang met de natuur drastisch en onmiddellijk veranderen. Bij ongewijzigd gedrag zal de ellende niet te overzien zijn. Zo zal een groot deel van West-Europa, Nederland voorop, door de stijgende zeespiegel weggevaagd worden. Heeft Gore’s angstaanjaag-strategie gewerkt? Werkt angstaanjaging uberhaupt als het gaat om mensen tot duurzame gedragsverandering te bewegen? Vragen als deze kwamen bij mij op tijdens de TV-persconferentie van het kabinet afgelopen donderdagavond. De toon daarvan was dreigend. Als wij, burgers van Nederland, ons niet beter en onmiddellijk aan de bekende RIVM-richtlijnen  houden dan nu gebeurt, gooien wij, kabinet de boel binnenkort weer op slot, zal de gezondheidszorg weer uit haar voegen barsten, krijgt de economie een tweede opdonder die ze mogelijk, althans grote delen ervan, deze keer niet zal overleven en zal het aantal dodelijke slachtoffers opnieuw de pan uitrijzen. Die angstaanjaging werd deze keer vooral tot jongeren gericht. (Geparafraseerd) ‘Jullie hebben voor je eigen gezondheid weinig van het virus te vrezen, maar zijn wel de dragers en besmetters ervan bij je opa en oma, je ouders en andere kwetsbare groepen.’ Je kunt met zo’n boodschap twee bedoelingen hebben. Ofwel je bedoelt het als bewustmaking van en beroep op eigen individuele verantwoordelijkheid. Ofwel je bedoelt het als dreigement: ‘als het weer misgaat jongens, dan is dat vooral door jullie toedoen, jullie schuld’. Uit de wijze waarop Rutte het bracht bleek dat hij en zijn collega’s beide oogmerken hebben en dat is psychologisch gezien niet handig en verstandig. De suggestie van ‘schuld bij voorbaat’ roept weerstand op. Zo niet bij alle jongeren dan toch zeker onder bepaalde groepen daarvan. En er zijn maar weinig oppositionele jongeren nodig om virusuitbraken te veroorzaken. Bovendien, kabinet, jongeren zijn niet alleen maar verspreider, als ze dat al zijn, maar ook slachtoffer van het virus. Denk aan de razendsnel oplopende werkeloosheid juist onder jongeren, aan de ontwrichting van hun onderwijs,  aan de beperkingen die hen worden opgelegd in sociale omgang en uitgaan, en aan de toegenomen psychische klachten onder hen. Als je dan ook nog  het verwijt krijgt van dat alles zelf een belangrijke oorzaak te zijn, dan is je motivatie als jongere om als deel van het probleem ook deel van de oplossing te willen zijn gauw verdampt. Mijn onderzoek indertijd met het programma Stadsetiquette in Rotterdam en elders toonde aan dat het wijzigen van onveilig en asociaal gedrag in duurzaam veilig en prosociaal gedrag in  buurten en wijken, het vooral moet hebben van vertrouwen geven aan en actief deelnemen en (mede) leiding geven door kinderen en jongeren. Wat Rutte en de zijnen blijkbaar nog altijd niet begrijpen is dat een pandemie minstens zozeer een sociaal als medisch probleem is.

 

 

 

Photo by Craig Whitehead on Unsplash

Turn het turnen!

“Veel coaches hebben een gespleten persoonlijkheid Als ze in de gymzaal zijn houden ze er andere waarden en normen op na dan daarbuiten. Ze zouden tegen hun eigen kinderen nooit schelden en schreeuwen maar op het moment dat ze hun coach-kleren aandoen, worden schelden en schreeuwen normaal gedrag. Ze weten dat dat niet oké is: anders zouden ze de gordijnen en deuren niet dicht houden”. Dit citaat komt uit een studie waarop een van mijn medewerkers aan het lectoraat Jeugd en Opvoeding aan de Haagse Hogeschool in 2016 promoveerde en is opgetekend uit de mond van de directeur van een gymnastiekvereniging. De studie naar de cultuur van bestuur en gedrag van gymnastiekverenigingen en daarin werkzame coaches werd uitgevoerd in opdracht van Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) en de stichting Veilig Sportklimaat (VSK) en kreeg als veelzeggende titel mee: Turnonkruid: Onderzoek naar het dames (sub)turntopsportklimaat. Het rapport van de studie waarvoor bestuurders, coaches, turnsters en ouders zijn geinterviewd, is bepaald geen opwekkende leeskost. Alles wat er de afgelopen twee weken recent naar buiten is gekomen over de psychologische mishandeling van topturnsters in spe staat er al in. Zo wijzen meerdere directeuren erop dat coaches absolute controle over hun pupillen nastreven en het niet pikken als die tegen hun ouders klagen over hoe ze behandeld, afgebekt, gekleineerd of gestraft worden: “Als de ouders zich daarover komen beklagen, krijgt de pupil er vervolgens van de coach van langs. ‘Je vertelt die dingen niet tegen je ouders. Wat we doen of zeggen hier, blijft hier en dat deel je niet met je moeder’. Dan wordt ze uitgescholden, voor de hele groep ten schande gezet of moet buiten de groep haar oefeningen doen. Je weet dan dat dit meisje thuis nooit meer iets durft te zeggen. Dat is wat we noemen totale controle.” Maar waarom is daar vier jaar geleden niets over naar buiten gekomen? Het antwoord: de opdrachtgevers wilden dat per se niet. De onderzoekers zagen zich daardoor beperkt tot publicaties in internationale wetenschappelijke tijdschriften. Met als voorspelbaar gevolg dat er in de Nederlandse media geen aandacht aan is besteed. De wrange conclusie hieruit is dat het onafhankelijke onderzoek dat de KNGU naar aanleiding van de recente commotie heeft aangekondigd, allang gedaan is. Ik kan niet beoordelen in hoeverre men zich bij de Unie binnenshuis iets van het rapport heeft aangetrokken. Maar van haar mag worden geeist Turnonkruid nu vrij te geven. Want de discussie in de media dreigt volstrekt de verkeerde kant op te gaan door enkel coaches persoonlijk als barbertjes publiekelijk op te  hangen. De twee boven gegeven citaten maken duidelijk dat de bestuurders wisten hoe het er toe ging maar niet hebben ingegrepen. Ook voor hen was winnen het doel dat alle middelen heiligde. Inclusief de ontwrichting van de psychologische ontwikkeling van jonge meisjes. Om dat te voorkomen beveel ik aan dat vanaf nu bij trainingen altijd een psycholoog aanwezig is die kan ingrijpen als de coach emotionele uitglijers dreigt te maken.

 

 

 

Photo by Eugene Lim on Unsplash