(Im)perfecte mensen

Afgelopen dinsdag, op wat de laatste mooie zomerdag beloofde te worden, besloten we, mijn vrouw, zoon en ik nog één keer te gaan varen. Terwijl we onder een lage brug doorvaren, horen we opeens een knal en begint de boot hevig te schudden. Alsof de schroef iets aan het vermalen is. Achterom kijkend zien we een  vlaggenstok uit het water opduiken. Onze instinctieve reactie is achteruit te varen om die stok uit het water te halen. Maar dan  beseffen we dat die niet van ons kan zijn. De onze hebben we al geruime tijd geleden verspeeld. Ook onder een brug. Aannemende dat deze door de schroef is geraakt, test ik de motor door flink gas te geven. Het gevolg is dat de boot onwijs gaat schudden maar nauwelijks vaart maakt. Ik besluit daarom een tijdje heel langzaam te varen. In de hoop dat wat er ook aan de hand is op den duur vanzelf ophoudt. Ijdele hoop. Want zo gauw ik gas bijgeef, begint het geschud weer. Wat te doen? Terug naar huis? Halen we dat? Halen we dat zonder verdere schade aan de motor aan te richten? “Laten we”, stelt mijn vrouw heel praktisch voor “de werf bellen en advies vragen. Dat lukt en luidt: ‘vaar zo rustig mogelijk hierheen, vraag naar (naam) en laat hem luisteren’. Dat doen we. Daar aangekomen, het is inmiddels half zes, zien we een grote, stoere man met een boottakel in de weer, roepen ‘m aan en vragen om hulp. “Leg maar even aan”, zegt hij bereidwillig, stapt aan boord, neemt het roer over, geeft flink gas en heeft meteen een diagnose. ‘Da’s niet goed” zegt hij. “Niet verder varen. Maar om te zien wat er mis is moet ie wel het water uit. Geef me 5 minuten”. En mirakel, vijf minuten later staan we inderdaad, diep onder de indruk van hun vaardigheid, te kijken hoe de boot door hem en een medewerker aan twee riemen langzaam uit het water wordt gehesen. En daarmee ook de Nederlandse vlag, die om een groot deel van de schroef gedraaid zit. Als we enige tijd later, met ontvlagde en  weer perfect lopende motor wegvaren is dat in een wolk van dankbaarheid. Ik had ‘m gevraagd wat wij hem verschuldigd zijn. Waarop hij met een wegwuifgebaar had geantwoord;”Niks joh, is goed zo”. Maar wij vonden het niet goed zo en zijn twee dagen later met een taart voor hem en zijn collega teruggegaan. De woorden waarmee die grote, stoere man die aannam, maakten op ons, mijn vrouw en mij afzonderlijk, een welhaast vertederende indruk: “Wat een lief gebaar. Heerlijk voor dadelijk bij de koffie”. Ik heb het filmpje van een deel van de gebeurtenissen, zoals het optakelen van de boot, de afgelopen dagen meerdere keren bekeken. En ieder keer kwamen er twee conclusies op. De ene is dat tussen imperfecte mensen perfecte momenten mogelijk zijn. De andere is dat stoer en lief bij mannen een (bijna) perfecte combinatie vormen.