Ik weet niet meer precies wanneer het was, maar ooit had Radio Friesland een rubriek op zondag waarin een buiten-Fries – iemand in Friesland geboren en getogen maar elders wonend en werkend – in Leeuwarden werd geinterviewd. Zo ook ik. De eerste vraag van de interviewer was natuurlijk wat ik nog met Friesland had. Ik vertelde dat ik altijd trouw de verrichtingen van Sportclub Heerenveen volg, mijn favoriete voetbalclub. Waarop de vraag kwam hoe ik vond, het was maart, dat ze het deden dat seizoen. Ik antwoordde dat de prestaties sterk wisselend waren. Thuis wonnen ze bijna altijd maar uit verloren ze meestal. “Maar die jongens beschikken uit en thuis over dezelfde talenten, dus heeft Foppe (Foppe de Haan was toen trainer) een psychologisch probleem.” Terug in Leiden s’avonds gaat direct na het NOS-journaal de telefoon. Ik neem op. “Goeienavond, u spreekt met mevrouw de Haan. Hier hebt u mijn man”. Tot mijn verrassing, ik herken hem meteen aan zijn stem, krijg ik Foppe aan de telefoon. ‘Mijn vrouw”, zo begint hij, “luisterde vanmiddag, ik was in het stadion, naar het interview met jou. Volgens jou, begrijp ik, heb ik een psychologisch probleem omdat wij dit seizoen thuis meestal winnen en uit meestal verliezen. Dus ik zou zeggen, Diekstra, als jij het dan zo goed weet, kom eens langs en help ons dat oplossen”. Ik ben inderdaad langs geweest. Ik zeg niet dat het daaraan ligt, maar als ik me goed herinner ging het in de resterende uitwedstrijden beter en eindigden ze dat jaar relatief hoog. Ik zeg wel – hij heeft dat zelf later in lezingen bevestigd – dat hij enthousiast was over de zogenoemde 5G-methode[1]. Die methode is gebaseerd op het gegeven dat de belangrijkste gesprekken die wij in ons leven voeren de gesprekken met ons zelf zijn. Anderen kunnen ons nog zulke nuttige adviezen of instructies geven, zolang we daar geen adviezen of instructies aan ons zelf van maken, halen ze weinig uit. Ik vroeg Foppe onder andere wat het laatste is dat hij wil dat er gebeurt in de kleedkamer voordat zijn spelers na rust weer het veld op gaan. Zijn antwoord was dat ze nog een keer goed naar zijn instructies luisteren. Ik antwoordde dat dit psychologisch niet handig is. Dat het effectiever is hen te vragen in hun eigen woorden te herhalen wat zij van zijn instructies begrepen hebben. En pas als dat klopt met wat hij bedoelt, ze de wei in te sturen. Want alleen instructies die tot zelfinstructies worden gemaakt zijn duurzaam effectieve instructies. ‘Mark Rutte, neem jij dat ook als leidraad. Ons instrueren ‘Houd afstand’, ‘Was je handen’, ‘Vermijd grote groepen’ enz. is alleen effectief als wij daar instructies aan onszelf van maken: ‘Ik houd afstand’ ‘ik was mijn handen’, ‘ik vermijd grote groepen’. Help ons daarbij. Bijvoorbeeld, geef iedereen, dus ook de koning, een pet of mondkapje waarop zulke zelfinstructies groot afgedrukt staan,. Op die manier houden we niet alleen ons zelf maar ook elkaar aanwijsbaar bij de les.
Photo by Mitya Ivanov on Unsplash
[1] Zie Diekstra, RFW. Ip kan denken/voelen wat ik wil. 30ste druk 2019. Amsterdam: uitgeverij Pearson