Dank je zeggen

De herkomst of etymologie van woorden heeft altijd mijn belangstelling gehad. Omdat ik geloof, dat etymologie vooral ook psychologie is. Neem het woord ‘dank’, afkomstig van het oud-nederlandse ‘danc’. De oorspronkelijke betekenissen daarvan zijn  ‘gedachte’ en ‘wil’. Iemand dankbaarheid tonen, – ‘baar’ is oorspronkelijk zoiets als ‘dragen’ of ‘brengen’ -, betekent daarmee iemand laten weten dat je aan hem of haar denkt als iemand die jou iets goeds gebracht heeft, iets dat je graag wilt. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat dankbaarheid tonen in deze zin van grote betekenis is. Voor je eigen welbevinden en gezondheid, voor die van degenen jegens wie je je dankbaar toont, alsook voor de gemeenschap of samenleving. Vandaar dat sommige culturen een feestdag kennen waarin wederzijds dankbaarheid tonen centraal staan. Zoals Thanksgiving Day in de VS en Canada, dat jaarlijks op de vierde donderdag van November (nu de 26ste) wordt gevierd. Oorspronkelijk een feestdag uit de tijd van de Pelgrim Fathers begin van de 17de eeuw waarin God dank werd gezegd voor de oogst, is het nu vooral een dag in het teken van de tussenmenselijke dankbaarheid. In de tijd dat ik in New York in opleiding was tot psychotherapeut heb ik een Thanksgiving meebeleefd thuis bij mijn opleider en supervisor, Albert Ellis, grondlegger van de cognitieve (gedrags-)therapie. Het was een bizondere en ontroerende ervaring. Op een gegeven moment bedankte ik hem voor zijn acceptatie van mij als opleideling, voor zijn deskundigheid en indrukwekkende voorbeelden in het helpen van mensen met ernstige psychische problemen en voor het feit dat ik hem minstens zozeer als vriend dan als docent ervoer. Waarop hij tot mijn verbazing reageerde met mij te bedanken voor het feit dat ik zijn leerling wilde zijn en dat ik daarvoor alle die moeite had genomen om naar New York te komen en er een tijdlang te wonen en werken. Maar wat me vooral ontroerde was dat hij mij uitdrukkelijk vroeg mijn vrouw, die hij toen nog niet ontmoet had, namens hem te bedanken voor het feit dat ze me daarin voluit steunde. ‘Zonder haar zou je hier niet zijn, denk ik’, zei hij. Ik heb haar die dankbetuiging natuurlijk overgebracht. Ze hebben elkaar later heel goed leren kennen en zeer waarderen. Ik denk dat de basis daarvoor die Thanksgiving is gelegd. Toen hij enkele jaren later bij ons verbleef en ik hem daaraan herinnerde, reageerde hij met iets dat diep in mijn geheugen gegrifd is geraakt: “Er is een eenvoudige manier om deze houding, dit gevoel van basale dankbaarheid te ontwikkelen en onderhouden. Dat is door aan het eind van iedere dag even stil te staan bij het beantwoorden van deze vraag: Wie ben ik voor een ontmoeting, bijdrage, hulp of uitlating vandaag dankbaar? En laat hem of haar dat nog diezelfde dag of uiterlijk de volgende weten”. Hoogste tijd overigens dat wij ook hier jaarlijks een Thanksgiving dag afspreken. En laten we daar alvast een begin meemaken door de 26ste tenminste drie dankbetuigingen  uit te sturen.