Nauwelijks ben ik een zebrapad in mijn wijk overgestoken of er komen twee meisjes op me af. “Meneer, mogen wij u interviewen?” Ik knik. En dan, blijkbaar weten ze dat ik hier woon, “wat voor cijfer geeft u de wijk?” “Een acht”, zeg ik. Er volgen nog enkele vragen over hoe schoon de wijk is, wie daar voor verantwoordelijk is en, prikkelend, “raapt u zelf wel eens rommel van straat op?” “Zelden”, luidt mijn antwoord ietwat beschaamd. Mijn weg vervolgend, realiseer ik me dat ik dat eerder wel regelmatig deed, maar sinds corona nauwelijks meer. Wordt het oppakken van lege blikjes of papierrommel nu onbewust door mij als riskanter ervaren? In gedachten zie ik een lijst van houdings- en gedragsveranderingen voorbijkomen die corona heeft teweeggebracht. Als iemand een jaar geleden had voorspeld dat ik eind 2020 door de overheid zou laten bepalen wie ik nog wel en wie niet mag aanraken, omhelzen of kussen, hoeveel mensen ik thuis mag ontvangen, op welke afstand ik anderen moet houden, waar ik wel en niet en met wie boodschappen mag doen, dat ik in publieke ruimtes een mondmasker op moet en dat ik regelmatig de kinderen thuis moet houden om ze daar zelf onderwijs te geven, dan zou ik diegene voor doorgedraaide futuroloog hebben uitgemaakt. Terwijl dit nog maar een klein deel van nieuwe werkelijkheden is waaraan wij in nog geen jaar tijd de zeggenschap over de invulling van ons dagelijks leven uit handen hebben gegeven. Dat is misschien ook wel het meest opmerkelijke aan het hele proces: onze volgzaamheid. Natuurlijk, er zijn er ook opstandigen. Maar de overgrote meerderheid heeft de houding: ‘doe maar overheid, pak het maar streng aan en geef iedereen flink op zijn of haar lazer die zich niet aan de bevelen houdt”. Wat er psychologisch blijkbaar is gebeurd, is dat we onder dreiging van doodsangst ons van een onderhandelingshuishouding een bevelshuishouding hebben laten binnenvoeren en een groot deel van onze handelingsvrijheid hebben ingeleverd in de hoop op veiligheid. In crisissituaties, zo blijkt uit onderzoek, is het laten overnemen van de verantwoordelijkheid voor de inrichting van je dagelijks leven door anderen, inderdaad vaak een effectieve aanpak. Maar wel zo kort mogelijk. Een half jaar tot een jaar is in mijn ervaring in vluchtelingenkampen en met mensen in suicidale crises, vaak te lang en risicovol. Want vrijheidsbeperking creert na enige tijd zijn eigen verzet. Dat kan ook nu gebeuren, als de vaccinatie-operatie niet de grote redding blijkt of veel langer duurt dan waarop gehoopt. Ik sluit niet uit dat er dan een bitter gevecht zal losbarsten om ingeleverde vrijheden terug te veroveren. Een risico dat nu vooral reeel is omdat de tijdelijke bevelvoerder over ons dagelijks leven, het kabinet, zijn macht door de verkiezingen kan kwijtraken. En omdat het morele gezag van de overheid als totaal verdampt door de Toeslagenaffaire. Een nieuwjaar, een nieuwe chaos? Ik ben er niet gerust op. Maar hopelijk bewijst 2021 dat ik me weer eens onnodig zorgen maak.
Photo by Moritz Knöringer on Unsplash