Er gaat al anderhalf jaar geen journaaluitzending voorbij of er komt een moment waarop mijn vrouw en ik even weg van de televisie en naar elkaar kijken, gepaard met een blik van verstandhouding of opmerking in de trant van “daar heb je ze weer’ of ‘moet dat nou iedere keer!’. Het is het moment waarop voor volk en vaderland wordt getoond hoe een naald een bovenarm ingaat. Volgens mijn vrouw zit er in de journaalredactie een psycholoog die de rest heeft overtuigd dat als je mensen maar vaak genoeg blootstelt aan iets waarvoor ze bang zijn, die angst op den duur uitslijt of zelfs verdwijnt. ‘Systematische ongevoeligmaking noemen jullie dat toch?’ oppert ze. “Maar ik betwijfel of het altijd werkt. Wij kijken toch ook dikwijls nog even weg? En ik zelf heb af en toe nog een soort van fantoomgevoel. Alsof ik die verbeelde prik ook even echt voel.” “Maar” verdedig ik mijn vak, “het voelt wel minder heftig dan in het begin toch? En wie weet laten mensen zich wel eerder vaccineren doordat we ze aan prikbeelden laten wennent”. Die verdediging keilt ze keihard omver: “Is er dan wetenschappeljk onderzoek dat dit aantoont?” Nee, dat is er niet. “Dus kan het heel goed zijn”, vervolgt ze, “dat een grote groep mensen, noem ze de prik- of naaldfobici, de heel erg prikangstigen, al maandenlang niet meer angstvrij televisie kunnen kijken en ook op andere momenten zich opgejaagd voelen omdat er van alle kanten steeds wordt geroepen: ‘laat je vaccineren, laat je vaccineren’. Echt oneerlijk vind ik het dat daarbij alle ongevaccineerden op één hoop worden gegooid: de wappies, onverantwoordelijken, ontkenners, principiele weigeraars en de heel erg angstigen, de prik- of naaldfobici. Ik heb echt te doen met al die mensen die klem zitten tussen hun prikangsten en de druk vanuit de omgeving.” Het was na zo’n echterlijke ‘toespraak’ dat tot me doordrong dat wij nog altijd niet eens weten, ook het kabinet, OMT en de rest van de vaccinatie-regering niet, hoeveel mensen, volwassenen en vooral ook jongeren, lijden aan ernstige prikfobie. Ik schat gebruikmakend van het classificatie-systeem voor psychische problemen van de WHO, dat het er momenteel minstens tussen 300.000 en 400.000 zijn. Voor hen geldt dat alleen al het denken aan een vaccinatieprik symptomen als hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid, paniek-, vlucht- en depressie-reacties kan oproepen. Ze lijden daaronder, schamen zich ervoor, praten er niet met anderen over, vermijden vaccinatie en staan als gevolg van dat alles onder grote stress. Beschamend eigenlijk dat we met al ons coronabeleid nog vrijwel niks hebben gedaan om deze mensen op te sporen, contact te maken, te begrijpen en te helpen greep op hun angsten te krijgen. In plaats van beschuldigend te roepen, zoals hij onlangs deed, dat de toenemende IC-bezetting door covid-patienten een pandemie van de ongevaccineerden is, spoor ik Hugo de Jonge aan om wat vaker Spinoza’s omgangsadvies ter harte te nemen: ‘alvorens een ander te bespotten, te betreuren of te veroordelen, span je in ‘m te begrijpen’.
Photo by Sara Bakhshi on Unsplash