Traumahonden

Het is inmiddels zo’n acht weken geleden maar met een zekere regelmaat speelt op een wandeling in de buurt van mijn huis een merkwaardige gebeurtenis weer in mijn geheugen op. Die gebeurtenis is de volgende. Het is zondag, ik heb zojuist naar het programma Buitenhof gekeken waar het voornamelijk ging over de oorlog in Oekraine en loop daarover diep in gedachten verzonken mijn dagelijkse wandeling. Opeens voel ik dat er iets op mijn rug springt, schrik daar enorm van, en draai me met een heftige ruk om om te kijken wat dat is. In de draai verlies ik mijn evenwicht, zie uit een ooghoek nog net een hond die van mijn rug afspringt, en val lang uit op het met schelpen bestrooide pad. Twee mannen die het hebben zien gebeuren, proberen me weer overeind te helpen. Dat lukt aanvankelijk niet. Het lijkt alsof ik de controle over mijn spieren volledig kwijt ben. Als ik uiteindelijk met hulp weer wankelend overeind sta, sla ik niettemin iedere verdere hulp af. Alsof ik me geneer voor wat me is overkomen en hoe dan ook niet hulpbehoevend wil zijn. In een waas loop ik terug naar huis na nog een emailadres te hebben aangenomen, vermoedelijk van de eigenaar van de hond. Onderweg krijg ik het beeld van wat er precies is gebeurd en vooral waarom maar niet helder. Eigenlijk weet ik dat nog altijd niet goed. Terwijl ik inmiddels wel heel goed weet wat de gevolgen zijn geweest, zowel  fysiek als emotioneel. Ik heb  weken lang heftige spierpijnen gehad, vooral in rug en heupen. Omdat ik voluit voorover was gevallen en ook met mijn armen, schouders en hoofd op het pad was geklapt, had ik ook dagenlang nek- en hoofdpijn. Dat alles is inmiddels volledig verdwenen. Wat niet volledig is verdwenen, zijn de emotionele gevolgen. Het heeft me de nodige zelfoverwinning gekost toe te geven dat dit een traumatische gebeurtenis was en dat ik dus rekening te houden had met wat in de psychologische diagnostiek een acute stressstoornis wordt genoemd en de daarbij behorende posttraumatische symptomen. Waaronder af en toe herbeleving  van de trauma-situatie, toegenomen algemene angstigheid, vermijding van op de traumagebeurtenis lijkende situaties, schrikachtigheid en plotselinge aanvallen van boosheid. Ik heb ze alle inmiddels in meer of minder heftige vorm ervaren. Maar volledig ervan genezen beschouw ik me nog altijd niet. Zo wandel ik vrijwel dagelijks  weer over het betreffende pad maar ben nu wel constant op de uitkijk of er honden in de buurt zijn. Op straat, als er in de verte iemand met een hond aankomt, let ik scherp op of die aangelijnd is en als ik niet zeker ben, neem ik de overkant. En blijkt een hondenbezitter een gebodsbord gewoon genegeerd te hebben, dan word ik aanzienlijk bozer dan vroeger. “Aso” mompel ik dan vrijwel in stilte passerend. Van dat posttrauma-symptoom wil ik overigens per se niét genezen. Denkend aan die naar schatting 50.000 mensen die jaarlijks medische hulp zoeken na een hondenconfrontatie, waaronder zo’n 30.000 met ernstiger letsel.

 

 

https://pixabay.com/service/license/