Diagnostische etikettenplakkerij

Er zijn weinig diagnoses in en buiten de gezondheidszorg die zozeer misbruikt worden als de diagnose persoonlijkeidsstoornis. Ik heb het vooral over de ‘diagnoses’ narcistische, dwangmatige, antisociale, theatrale, vermijdende en borderline persoonlijkheidsstoornis waarmee psychiaters, psychologen, de media en het grote publiek pogen iemand’s meest opvallende emotionele en gedragspatronen van een onthullend etiket te voorzien. Neem Donald Trump, mogelijk straks opnieuw president van de VS. Die is in wetenschappelijke publikaties, in boeken van onder andere van zijn nichtje Mary, psychologe, en door tal van populaire media van onder tot boven  beplakt met het etiket narcistische persoonlijkheidsstoornis. Terecht? En kennen  en begrijpen we Trump beter dankzij deze ‘diagnose’? Of is hier sprake van pseudo-kennis door etikettenplakkerij? Van een ‘gestoorde’ persoonlijkheid is sprake bij mensen die a) meerdere eigenschappen of neigingen, zoals ongevoeligheid, aanmatiging, zelfverheerlijking en achterdocht, in een zodanige sterke mate bezitten dat ze zich daardoor jarenlang in allerlei situaties gedragen op een manier die duidelijk onaangepast is: b) voortdurend problemen hebben in het opbouwen en onderhouden van relaties met anderen (thuis, werk, vrije tijd); c) zelf sterk onder a) en b) lijden en/of daardoor bij anderen veel lijden veroorzaken. Zijn deze drie voorwaarden bij Trump vervuld? Ik ben geen publikaties tegengekomen waarin ze op een overtuigende manier worden aangetoond. En dat zal zo blijven gezien de reeks van persoonlijke, zakelijke en politieke successen die hij op zijn naam heeft staat. Maar er zijn meer redenen tot twijfel aan de narcisme-diagnose. Die suggereert dat er maar één enkel type narcistische persoonlijkheidstoornis bestaat en dat is die van Trump, het zogenaamd ‘grandiose’ type (‘het is moeilijk bescheiden te zijn voor wie zo goed is als ik ben’). Maar onderzoek laat zien dat er meerdere ‘meng’types zijn, onder andere het ‘kwetsbare’ type. Kenmerk daarvan is een overmatig sterke reactie op kritiek en beledigingen door anderen en een uitermate lage frustratie-tolerantie waardoor ze uiterlijk of innerlijk van streek kunnen raken over zelfs de meest onbetekenende kwesties. Dit als gevolg van een lage zelfwaardering, gevoed door jaloezie op de capaciteiten en successen van anderen en schaamte over eigen herhaalde fouten en tekortkomingen. Schaamte die voor anderen zoveel mogelijk verborgen wordt gehouden. Door de meeste mensen, ook de ‘deskundigen’, is voor de diagnose bij Trump uitsluitend naar het grandioze type gekeken. Maar bepaald niet uitgesloten is dat vooral meerdere kenmerken van het kwetsbare type bij hem aanwezig zijn. Hoe gek het daarom ook klinkt, gezien de enorme omvang van wat er over hem gezegd en geschreven is, weten we diagnostisch nog altijd te  weinig van Donald. Het uitsluitend hameren op zijn grandioos-narcisme is daarom vooralsnog weinig anders dan een populaire psychologische scheldpartij. Soortgelijke scheldpartijen vinden overigens soms ook plaats bij mensen die van andere persoonlijkheidsdiagnoses worden ‘verdacht’, zoals de antisociale (vroeger ‘psychopathische’ ) en obsessief-compulsieve (vroeger ‘dwangmatige) persoonlijkheidsstoornis. Hoe terecht daarom dat de Wereld Gezondheids Organisatie begin dit jaar een proces is gestart waardoor in de toekomst die onverantwoorde etikettenplakkerij  moet stoppen. Als het aan mij ligt, wordt het voor psychiaters en psychologen zelfs meteen ten strengste verboden.

 

 

Image by Sam Williams from Pixabay