For Russia with love

Het beeld sneed mij indertijd door merg en been en dat deed het nu opnieuw. Michael Gorbatsjow, ooit Rusland’s machtigste man en onlangs, op 30 augustus 91 jaar oud gestorven, die zich, het is dan 20 september 1999, over zijn dode Raisa buigt en haar voor de laatste maal kust. Zijn gezicht en lichaamshouding toonbeeld van ontroostbaar verdriet. Het beeld een aanklacht tegen het leven zelf. Alle liefdes, zelfs de grootste, de innigste, breekt ze, maakt ze kapot. Buiten het gebouw in Moskou, waar Raisa lag opgebaard, stonden dagenlang talloze Russen. Hoewel noch Michael noch Raisa populair waren bij het volk, het zag hen vooral als de slopers van het machtige Sovjetrijk, waren de mensen toch gekomen. Ook Russen herkennen grote liefdes. Beiden student en nauwelijks twintig jaar oud, ontmoetten ze elkaar op dansles. Liefde op het eerste gezicht. Vrijwel onafscheidelijk in de daarop volgende 47 jaar. Waar Michael was, was Raisa. Het leverde haar veel kritiek op. ,,Waarom moet zij altijd met hem mee?”. In een land waar politiek een zaak van mannen was en is, is een vrouw die er voortdurend bij is, verdacht. Behalve uiterlijk zeer aantrekkelijk, beschouwden ze elkaar ook als hun beste leermeester, adviseur en criticus. Michael probeerde ook in de periode dat hij partijleider en dus baas van de Sovjet-Unie was, al zijn ideeen, en die waren niet alleen voor de Russen maar ook voor ons in het Westen shockerend, zoals het openen van het ijzeren gordijn en het afbreken van de muur, eerst op Raisa uit. Zij was steeds zijn eerste klankbord. Want hij wist dat zij hem altijd openlijk, zonder iets achter te houden uit vrees hem te kwetsen of teleur te stellen, zou antwoorden. Zoals zij van hem wist dat hij haar steeds deelgenoot maakte van wat hij dacht, voelde, zich voornam. In van Dale komt het russische woord glasnost, openheid, voor met de toevoeging: ‘openheidspolitiek in de voormalige Sovjet-Unie die door partijleider Gorbatsjow in gang is gezet’. Dat is fout. Die politiek is in gang gezet door de glasnost in de relatie tussen Michael en Raisa en in zekere zin is ze daar zelfs het spiegelbeeld van. Misschien is het de romanticus in mij die me het doet zeggen, maar ik geloof dat grote liefdes de wereld kunnen veranderen. Ten goede, met hoeveel pijn de veranderingen ook gepaard kunnen gaan. Met de dood van Raisa en daarmee de dood van een grote liefde kwam ook een goede kracht in het leven aan zijn einde. Dat verlies is door velen in het beeld van die laatste liefdeskus gevoeld. Maar behalve van verdriet en verlies is het beeld ook van een onnavolgbare emotionele schoonheid. Zelden werd de liefde van een mens voor een mens, van een man voor een vrouw zo ‘glasnost’, zo open, zo authentiek, getoond als in die laatste kus. Wij stonden erbij en keken ernaar en, als we nu terugkijkend iets begrijpen dan is het wel dat Rusland een grote liefde weer ontzettend nodig heeft.

 

 

Copyright foto RIA Novosti, licentie-informatie: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:RIAN_archive_855139_Raisa_Gorbachev_and_Mikhail_Gorbachev_during_the_official_farewell_to_Maumo_Koivisto.jpg

Onderwijsoorlog te winnen

Sinds enige tijd zie ik ze s’ochtends vroeg weer in grote aantallen langs mijn huis fietsen. Jongeren op weg naar school. En zoals ieder jaar weer komt bij mij de vraag op: zijn ze op weg naar het juiste onderwijs? En al jaren is mijn antwoord: ik betwijfel het. Waarom? Laat ik de uitleg daarvan beginnen met een prikkelende vraag. Welke van de volgende eigenschappen voorspelt het best studiesucces in het middelbaar, hogeschool- of universitair onderwijs? Is dat (a) interesse? (b) IQ (intelligentie)? (c) ijver? of (d) zelfbeheersing? Het komt zelden voor dat als ik de vraag aan een groep docenten stel, de meerderheid het juiste antwoord geeft. Dat is: zelfbeheersing (‘selfcontrol’ in het Engels). Natuurlijk doen de andere factoren er ook toe, maar niet in die mate dat zelfbeheersing dat doet. Dat wordt duidelijk als ik de vijf vaardigheden die tezamen zelfbeheersing of zelfcontrole bepalen, toelicht. 1. Zelfbewustzijn of je eigen gevoelens (her)kennen. Een gevoel kunnen herkennen en verwoorden op het moment dat het gebeurt – is de hoeksteen van zelfbeheersing. Onvermogen gevoelens waar te nemen betekent vaak aan de genade ervan te zijn overgeleverd. Meer bewust van je gevoelens betekent daarom een betere piloot van je eigen leven zijn en zekerder van hoe je je werkelijk voelt over de belangrijke persoonlijke beslissingen in je leven. 2. Het omgaan met gevoelens. Het gaat hier om het vermo¬gen om jezelf gerust te stellen of te kalmeren, angst te tolereren, irritatie binnen de perken te houden en met somberheid kunnen omgaan. Cruciale voorwaarden voor succes en geluk in het leven. 3. Je zelf kunnen motiveren. Gevoelens, of de daarmee verbonden energie, in dienst kunnen stellen van langere termijn doelen – zelfbeheersing in de vorm van bevrediging uit kunnen stellen en (afleidende) impulsen kunnen beheersen – zijn essentieel voor creativiteit en het leveren van belangrijke prestaties op school en daarbuiten. 4. Het herkennen van gevoelens bij anderen. Empathie, de vaardigheid om de aard en de intensiteit van gevoelens van anderen te kunnen waarnemen, is ‘de basale mensen-vaardigheid’. Mensen die empathisch zijn stemmen beter af op de subtiele signalen die anderen uitzenden over waar zij behoefte aan hebben of wat hen bezighoudt. Meer empathie betekent zowel beter funktioneren in allerlei ‘zorg’ beroepen, alsook als leiders van (onderzoeks)teams of bedrij¬ven en in intieme relaties. 5. Het opbouwen en onderhouden van relaties. Omdat ons bestaan in wezen een ‘in verband staan’ is, zijn onze sociale vaardigheden of het gebrek daaraan medebeslissend voor hoe ons leven zal verlopen en wat we daarin zullen klaar spelen. Natuurlijk verschillen mensen in hun aangeboren aanleg op deze vijf psychologische vaardigheden, zoals ze ook in aanleg verschillen in academische vaardigheden (rekenen, taal…etc). Maar net als daar, geldt ook voor psychologische vaardigheden dat er een hoop valt (bij) te leren. Je zou daarom verwachten dat onderwijsinstellingen zwaar inzetten op lesprogramma’s zelfbeheersing en op het bijhouden /rapporteren van vorderingen van leerlingen/studenten in dit opzicht. Maar ook daar blijkt de komende jaren nog een oorlog te winnen.

 

 

Image by 潜辉 韦 from Pixabay

Het enige dat telt

Afgelopen zaterdag, 10 september, World Suicide Prevention day (WSPD). De dag waarop door de VN wereldwijd bizondere aandacht wordt gevraagd voor de problematiek van zelfdoding of suicide. Ik was in 2003 betrokken bij de organisatie van de eerste WSPD, onder andere als oprichter van de International Academy of Suicide Research. In volgende jaren ben ik in wisselende mate betrokken gebleven totdat ik in 2016 uit onvrede met de bereikte vorderingen besloot om op 23 september van dat jaar, precies 13 (!) dagen na de WSPD, daarvoor aandacht te vragen door een conferentie te organiseren onder de titel ‘Suicide Preventie: Waarom faalt het?’ Dat had ik dit jaar opnieuw kunnen doen. Want het schiet wereldwijd en nationaal nog altijd niet op met de suicide preventie. De suicidesterfte zal komende jaren vrijwel zeker sterk toenemen. Wereldwijd, ons land niet uitgezonderd, buitelen een aantal crises – oorlog, armoede, vluchtelingenstromen, klimaatveranderingen, pandemieen, zorgstructuur-ontwrichtingen en relatie-calamiteiten (denk aan toegenomen aantal echtscheidingen) – over elkaar heen die zonder enige twijfel sociale en psychische ontwrichtingen (verder) teweeg zullen brengen waarvan al decennia bekend is dat ze ‘suicidogeen’ zijn. De gebruikelijke preventie- en interventie-methoden zoals door psychologen, psychiaters en grote groepen ‘ervaringsdeskundigen’, vrijwilligers en lotgenoten daartegen teweer gebracht, blijken tegen die ontwrichtingen niet opgewassen. Niet dat ze niets doen. Maar ze doen te weinig en zullen daarom de suicidesterfte-statistiek niet omlaag brengen. Dat is overigens mede gevolg van het feit dat die methoden teveel korte termijn gericht zijn. Voornamelijk aandacht besteden aan wat te doen in de uren, dagen of weken rondom een suicidale crisis. Natuurlijk is het belangrijk en zinvol om mensen in het algemeen of in de directe omgeving van een suicidale persoon duidelijk te maken hoe te communiceren en reageren. Maar waar het gaat om grootschalige en duurzame preventie moet deze vraag centraal staan: ‘wat kunnen we doen om kinderen en jongeren nú uit te rusten met de vaardigheden die ervoor zorgen dat ze stráks, op (jong)volwassen leeftijd, beter bestand zijn tegen mentale en sociale stressoren en crises en de suicidale gedachten, impulsen of verleidingen die deze dikwijls met zich meebrengen? We kennen het antwoord: bevorder de mentale gezondheid en levensvaardigheden van kinderen en jongeren en leer hen met behulp daarvan om te gaan met levensproblemen inclusief suicidale crises en impulsen. We hebben ook de middelen daarvoor, zowel wat betreft de plaatsen – scholen, verenigingen, theaters, sociale media – als de materialen, de handleidingen. Maar het ontbreekt ons nog altijd aan visie, inzet en durf die grootschalig in te zetten. Toen een collega en ik een handleiding voor het denken over suicide  voor jongeren publiceerden viel ¾ Nederland over ons heen met het verwijt dat we daarmee jongeren de dood in dreven en het suicidecijfer onder hen sterk zou stijgen. Dat is niet gebeurd. Integendeel. Naar hun eigen zeggen` heeft het velen juist geholpen een (hernieuwde) keuze voor het leven te maken en heeft het mensen uit hun omgeving op een goede manier bij die keuze betrokken. En is dat niet het enige dat telt?