De ontdekking van de langzaamheid

Ooit moest ik steevast mijn auto meerdere keren in een parkeerplaats insteken alvorens ie goed stond.  Mijn zelfdiagnose was dat ik niet goed was in parkeren. Totdat ik het boek De Ontdekking van de Langzaamheid van de Hongaarse schrijver Sten Nadolny in handen kreeg. Nadolny beschrijft daarin de levensloop van een ‘langzame intelligentie’, te weten Sir John Franklin (1786-1847), bekroond Noordpool-onderzoeker. Franklin is zwaar op de hand en langzaam en heeft veel tijd nodig om dingen in zich op te nemen en te leren. Maar wat hij opneemt onthoudt hij beter en gebruikt hij slimmer dan de ‘sneldenkers’ om hem heen. En hij heeft een bizonder tijdsmotto: “wij moeten niet op de tijd passen, we moeten zorgen dat de tijd past”

Nadat ik weer eens onhandig had zitten inparkeren, kwam opeens de vraag bij mij op of ik daarvoor wel voldoende passende tijd neem. Ik besloot de eerstvolgende parkeeruitdaging, met een post-it op mijn binnenruit met Franklin’s tekst, langzamer en bewuster te doen. Tot mijn oprechte verbazing  zette ik de auto meteen goed neer. En dat doe ik sindsdien significant vaker dan tevoren. Sommigen zullen zeggen dat ik tegenwoordig meer ‘mindful’, aandachtiger, parkeer. Maar dat is maar een deel van de verklaring. Het grotere verhaal is dat een van de meest kenmerkende eigenschappen van onze huidige leefstijl is dat we voor veel dingen niet een pas­sen­de hoeveelheid tijd nemen­. Of anders gezegd, we doen ze niet langzaam genoeg. We staan s’morgens te snel op, rijden te snel naar ons werk, we eten te snel, drinken te snel, lezen te snel, denken te snel en spreken ons te snel uit. Kortom, we leven te snel. Onze excuses, als we gevraagd worden naar het waarom daarvan, komen meestal op hetzelfde neer: ‘er is ook altijd zoveel te doen’, ‘er komt ook zoveel op je af’, de wereld verandert ook zo snel’, ‘we hebben het ook zo druk’. Maar het inzicht dat er een verband is  tussen de snelheid waarmee we din­gen doen en de beleving en kwaliteit ervan, is een cruciale. Hoe sneller hoe minder we er aan beleven en hoe meer fouten we maken. En dus ook, hoe meer tijd we verspillen. Zo treffend uitgedrukt in deze wijsheid: “Haast dient meestal om minuten te sparen nadat uren verspild zijn’. Het omgekeerde blijkt ook waar: hoe nadenkender of opmerkzamer we dingen doen, hoe langzamer we ze (moeten!) doen en hoe rijker onze ervaring ervan. Natuurlijk  is het bepaald niet altijd even handig of vei­lig om eerst overal uitgebreid over te gaan naden­ken of bij stil gaan staan, voordat we tot actie overgaan. Maar er zijn ook een heleboel dingen waaraan we, juist door ze veel te snel, te onna­den­kend of onop­merk­zaam te doen, kwa­li­teit en genoegen ontne­men en de eventuele bedreiging die ze voor onze veiligheid gezond­heid, welbe­vin­den en relaties inhouden over het hoofd zien.

De moraal: wie slim is, is langzaam en wie nooit langzaam is, is niet slim.

 

 

Image by Antonika Chanel from Pixabay