In de jaarlijkse eindexamenperiode gaan mijn gedachten soms terug naar de tijd dat ik zelf eindexamen deed. Dat was geen gemakkelijke periode. Voor mij niet, voor mijn ouders evenmin. Niet vanwege het examen op zich. Ik werd gewoon verondersteld dat te halen. Maar vanwege het grote, conflictueuze maar oprechte geschil tussen hen en mij aangaande wat daarna? Zij wilden per se dat ik bij hen in de zaak kwam werken, mijn ouders runden twee textielzaken. Ik wilde dat per se niet. Ik wilde psychologie studeren. Met name mijn vader vond dat helemaal niks. Psycholoog was volgens hem geen soort van beroep waar ook nog eens geen droog stuk brood mee te verdienen viel. Hij weigerde dan ook per se voor mijn psychologie-studie te betalen. Wat wel nodig was. Ik kreeg geen studiebeurs omdat, zo was de regeling in mijn tijd, ouders boven een bepaald inkomen verondersteld werden een universitaire studie voor hun kind zelf te betalen. Het gevolg in die na-examen zomermaanden laat zich raden. Spanningen in huis, verwijten over en weer, en vooral wederzijdse vermijding. Kortom een beroerde sfeer. Omdat ik toch wat geld nodig had en dat zelf moest verdienen, sprong ik soms toch bij in de zaak. Maar juist dat drukte me nog heftiger met de neus op het feit dat ik daarin mijn toekomst absoluut niet zag zitten. Totdat, iedereen werd steeds ongelukkiger van deze situatie, mijn ouders met een verrassend compromis kwamen, waarvan ik tot vandaag de dag niet weet of ze dat zelf bedacht hebben of iemand ze dat heeft ingefluisterd. Doet er ook niet toe. Het compromis was dat ik zou moeten bewijzen geschikt te zijn voor het werk in de psychologie door een jaar in een psychiatrische inrichting te werken. Pas als degenen die daar mijn leidinggevenden waren en de psycholoog ter plaatse oordeelden dat ik dat mogelijk wel was, mocht ik alsnog op hun kosten psychologie studeren. Hoewel ik absoluut nog geen idee had van wat een jaar in een inrichting als leerling-psychiatrisch verpleegkundige zou inhouden, was ik hen als een kind zo dankbaar dat ik het voorstel met beide handen aangreep. Het werd voor mij, als 17-18 jarige, niet alleen een bizonder leerzaam en vormend jaar. Het bevestigde me ook in wat niets anders had kunnen doen: in mijn overtuiging dat mijn toekomst in de psychologie moest liggen. Na dat jaar ging ik inderdaad aan de universiteit psychologie studeren en werkte ieder jaar in de zomermaanden bij als hulp-nachtverpleegkundige in verschillende psychiatrische (crisis)centra. Toen ik later tijdens mijn opleiding tot psychotherapeut in New York dit gebeuren ooit met mijn opleider deelde, trok hij vijf conclusies die ik sindsdien regelmatig aan jongeren in mijn omgeving doorgeef. (1) Leef voor jezelf, niet voor de verwachtingen van anderen. (2) begrijp wat je gelukkig maakt en ga dat meer doen. (3) word ergens een expert in en deel je kennis want (4) streven ergens goed in te zijn maakt je enthousiast en heeft een positief effect op anderen. En oh ja (5) ga oprechte conflicten nooit uit de weg.
Image by Gerd Altmann from Pixabay