“En je vader?” vraag ik als we in het kader van een intake-gesprek zijn gezin van herkomst langs lopen. “Daar heb ik geen contact mee”, antwoordt hij. “Hoe lang al niet?” vraag ik. “Sinds ze gescheiden zijn” zegt ie. Hij was acht toen ze uit elkaar gingen, zijn zus negen. Ze zijn toegewezen aan hun moeder die absoluut geen contact met haar ex of diens familie wilde. “Door alles wat mijn moeder over hem vertelde wilden wij ook geen contact met onze vader. We waren zelfs bang voor ‘m.” “Is het zo’n vreselijke man?” vraag ik. Hij zwijgt een tijdlang. Dan, terwijl hij een brok in zijn keel wegslikt:, zegt hij; “ik weet het niet, ik ken hem niet”. Later in het gesprek blijkt dat hij, inmiddels 23 en net klaar met zijn rechtenstudie – bij de afsluiting waarvan geen vader of diens familie aanwezig was – innerlijk steeds heen en weer wordt geslingerd tussen twee beelden. Het beeld van zijn moeder die altijd heel goed voor hem en zijn zus heeft gezorgd. En het beeld van zijn moeder die constant alles uit de kast haalde om hen bij hun vader weg te houden. Met het eerste beeld is dankbaarheid en genegenheid verbonden. Met het tweede verwijt en boosheid. Vooral op haar, maar inmiddels ook op zichzelf. Omdat hij er tot op heden min of meer in mee is gegaan. Ik merk dat naarmate we daarover doorpraten, er zich bij hem een diepe wonde opent. Een trauma, dat zijn tentakels uitstrekt naar allerlei aspecten van zijn leven. Zoals zijn contact met mannen, samenwerking en vriendschappen gaan uiterst moeizaam. En zelfs zijn beroepskeuze. Hij wil zich specialiseren in familierecht. Als ik later de voordeur achter hem dicht doe en terug naar mijn werkkamer loop, vraag ik me af hoeveel volwassenen er wel niet moeten zijn die als kind als gevolg van scheiding in een proces van vervreemding of verstoting van een van hun ouders terecht zijn gekomen en tot ver in hun volwassenheid met de traumatische en gevolgen daarvan worstelen. Maar ook hoeveel ouders er wel niet moeten zijn, zoals de vader van deze jongeman, die als gevolg van bewuste of onbewuste acties van hun ex van hun kind of kinderen vervreemd zijn geraakt tot op het punt dat er helemaal geen contact meer is. En hoeveel pijn en verdriet dat bij hen wel niet teweeg moet brengen. Jarenlang en mogelijk zelfs een leven lang. De schattingen van onderzoekers waarop ik stoot zijn schokkend. In een land als de VS zou het gaan om tientallen millioenen, in ons land om vele honderdduizenden. En ieder jaar komen er in ons land naar schatting 15.000-17.000 kinderen bij die na een scheiding geen contact meer hebben met een van hun ouders. Ik deel de mening van een aantal deskundigen dat kinderen daaraan blootstellen op de keper beschouwd, uitzonderingen daar gelaten, een vorm van kindermishandeling is. En dat we allang hadden moeten besluiten het voortaan ook zo te benaderen.
(op 25 februari a.s.vindt in Rotterdam een conferentie over ouderverstoting plaats. Zie www.herkenouderverstoting.com)