Einstein, Freud en Oorlog

1933, het jaar waarin Hitler kanselier van Duitsland wordt en het eerste concentratiekamp, Dachau, wordt geopend, verschijnt op initiatief van de Volkerenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, een boekje van nauwelijks 60 pagina’s, waarin afgedrukt de tekst van een eenmalige briefwisseling. En wel tussen twee van de beroemdste geleerden van het moment, de natuurkundige Albert Einstein en de psycholoog Sigmund Freud. Hun brieven gaan over niets minder dan deze, ook vandaag nog, uiterst klemmende vraag: “Warum Krieg?”, “Waarom Oorlog”. In zijn brief spreekt Einstein de hoop uit dat Freud als psycholoog kan uitleggen hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat steeds weer een minderheid van machthebbers de grote massa van een volk zo weet op te hitsen, dat ze bereid is middels oorlog zichzelf op te offeren. Vreselijk leed te lijden en verliezen te ondergaan of aan anderen toe te brengen op manieren die alle trekken van razernij hebben. Om dan zelf het antwoord te geven. ‘Dat kan slechts omdat in mensen een behoefte leeft te haten en te vernietigen, en er leiders zijn die aan die behoefte middels oorlogen een uitlaatklep bieden’ en daaraan hun macht ontlenen’. Oorlog als lustvolle driftbevrediging. Freud sluit zich bij deze opvatting aan. De onbeschrijfelijke haat en vernietigingsdrang, die zich in tal van oorlogen manifesteert, maakt het onmogelijk nog langer het standpunt te verdedigen dat de mens eerst en vooral is geschapen als een levensdriftig en constructief wezen. Dat zijn  we ook. Maar we blijken onder bepaalde omstandigheden evenzeer haatdragende, doodsdriftige en destructieve wezens te kunnen worden. Oorlog brengt het beste en het slechtste in ons boven. Zoals wij lust kunnen beleven aan het scheppen en beschermen van mensen, objecten en leven, zo kunnen we ook lust beleven aan het vernietigen of kapotmaken ervan. In Oekraine, evenals in oorlogsgebieden elders in de wereld, lopen tal van strijders rond die gewoonweg platte lust beleven aan het kapot schieten van steden, huizen, monumenten, mensen, kinderen. Aangevoerd door leiders voor wie hetzelfde geldt en die niet ophouden tegenstanders als onmensen of ongedierte te (laten) vertrappen of verdelgen. De lust die daaruit wordt gehaald, kan zo’n sterke drijfveer zijn dat de daders zelfs bereid zijn daarvoor hun eigen leven in de waagschaal te stellen. In een aparte publicatie over die twee tegengestelde driften in de mens – de levensdrift en de destructie- of doodsdrift, geeft Freud een griezelige verklaring voor het bestaan van de laatste. Afloop van alle leven is de dood. Al het levende, al het organische, al het geordende is voortgekomen uit het levensloze, het anorganische, het ongeordende, uit chaos. De dood, het levensloze, was er dus eerder dan het levende en vroeg of laat moet al het levende weer naar die levensloze oertoestand terugkeren. De huiveringwekkende conclusie hieruit is dat de doodsdrift of Thanatos en niet de levensdrift of Eros het laatste woord op deze planeet zal hebben. Voor miljoenen Oekrainers zal dat nu al zo aanvoelen. Maar ik weiger, in weerwil van Einstein of Freud, me bij die eindconclusie neer te leggen.

 

 

Photo by Maks Key on Unsplash

Red Oekraïne en ons geweten

Op 19 april 1943 werd via een clandestiene radiozender deze smeekbede herhaaldelijk de wereld ingezonden: “De laatste 35.000 mensen in dit getto zijn veroordeeld tot executie. De stad is één zee van echo’s van geweerschoten. De mensen worden vermoord. Weerloze vrouwen en kinderen”. “Red ons!” De wereld heeft er niet op gereageerd, er het zwijgen toegedaan. Volledig aan hun lot overgelaten besloten de Joden in het getto van Warschau zichzelf en hun dierbaren te verdedigen met alles wat los of vast als wapen kon dienen, molotov cocktails inbegrepen. Tot de dood toe vechten tegen een hen met ijzeren vuisten omringende SS-overmacht. Bijna 4 weken lang, vrijwel zonder basisvoorzieningen als voedsel en water, wisten ze stand te houden tegen een vijand die alles op haar weg vernietigde of doodde. Vele duizenden kwamen daarbij om, vele andere duizenden werden gevangen genomen en naar vernietigingskampen afgevoerd. Het begint er op te lijken dat ‘Warschau’ zich op de meest schokkende, gruwelijke en beschamende punten hard op weg is zich in Kiev en andere Oekraïnse steden te herhalen. Met ons medeweten en medewerking. De smeekbedes van Zelenski en de zijnen, “Save us”, ‘help ons’, blijken aan dovemansoren gericht. Daardoor is het  onvermijdelijk dat de Russen binnenkort, waarschijnlijk nog deze week, met de Oekrainers zullen doen wat de Duitsers 80 jaar geleden met de Joden deden. Omsingelen, van eerste levensbehoeften afsnijden, huizen, wegen en voorzieningen vernietigen, en actieve tegenstand door massaal artillerie- en geweervuur uitschakelen of doden. Een wrang verschil met Warschau is wel dat we om te weten dat dit allemaal gebeurt niet afhankelijk zijn van een enkele clandestiene radiozender. De Godganse dag houden talloze nieuwskanalen ons op de hoogte van de ontwikkelingen in dit drama. De manier waarop dat gebeurt is zowel psychologisch als moreel niet zelden van een twijfelachtig allooi. Zo worden ons in journaals over de oorlog als eerste doorgaans beelden van vernietigingen, lijden en dood gepresenteerd. Gevolgd door een ‘college’ van een militair deskundige die aan de hand van een kaart komt uitleggen wat de vermoedelijke volgende strategische stappen van de Russen zullen zijn. Welke obstakels ze daarbij mogelijk zullen ontmoeten en wat ze moeten of zullen doen om die op te ruimen. Alsof wij met zijn allen hebben ingetekend op de cursus Strategische Oorlogsvoering. Hoe cynisch, mogelijk onbewust maar dat maakt het niet minder erg, wil je het hebben? We besloten Oekraïne militair niet te hulp te komen – denk aan het weigeren van een no-fly-zone. En evenmin politiek, geen EU-lidmaatschap. In plaats daarvan zitten we  thuis op de bank te kijken naar de ‘vorderingen’ in de vernietiging van een onschuldig land. Tot op heden heeft niemand van de EU-politieke leiders of militair deskundigen met enige overtuiging  kunnen uitleggen waarom  Oekraïne zo dodelijk mag worden aangepakt. Anders gezegd, door niet te helpen, helpen we niet alleen een natie te vernietigen. We blazen ook onze eigen morele waarden op, zoals onze ‘Responsibility To Protect’ (RTP, zie handvest van de VN),  onze verantwoordelijkheid te beschermen. Ook Oekraïne.

Moorddadige psyche

Als student psychologie was ik gefascineerd door de werken van de grote Russische romanschrijvers als Tolstoj (Oorlog en Vrede, Anna Karenina), Toergenjew (Vaders en Zonen) en Dostojewski (de Gebroeders Karamazow, Schuld en Boete). Voor mij waren het psychologische meesterwerken door hun diepgaande, niets verhullende en vaak vlijmscherpe psychologische inzichten in mensen. Dat gold bij uitstek Dostojewski’s Schuld en Boete. Een boek dat me behalve fascineerde ook verontrustte door de manier waarop de hoofdpersoon, een arme student Raskolnikov genaamd, de meest vreselijke dingen goed praat. Hij vermoordt twee mensen ‘omdat hij dat kan’ en verzint voor de stelling dat hij dat ook mag de meest gevaarlijke rechtvaardigingen. Ik heb het boek onlangs deels herlezen. In de hoop dat Dostojewski’s analyse van de Russische psyche, ook al is ze ruim anderhalve eeuw oud, enig inzicht biedt in de grenzeloze moorddadigheid van de Russische leiders jegens de bevolking van Oekraïne. Centraal in Schuld en Boete staat de moord op medemensen, of eigenlijk meer nog de psychologie van de moordenaar. Raskolnikov wordt door Dostojewski neergezet als iemand die de mening is toegedaan dat de mensheid in twee categorieen uiteenvalt, gewone en ‘buitengewone’ mensen. De laatsten zijn de Alexander de Grote’s, de Julius Caesars en Napoleons onder ons. Ze zijn van nature superieur, veel ‘groter’ dan gemiddeld, en dus mogen ook hun misdaden veel groter dan gemiddeld zijn. Zij mogen letterlijk over hopen lijken gaan. Raskolnikov rekent zichzelf tot deze superieure mensen. In Schuld en Boete heet het zelfs dat zij anderen, zoals een door Raskolnikov omgelegde pandjesbaas, ‘als insekten mogen vertrappen’. Dat is wat er nu in werkelijkheid in Oekraïne ook gebeurt, zoals de televisiebeelden ons dagelijks tonen. Steeds grotere aantallen mensen worden als ongedierte uit hun huizen, steden of land verjaagd en vaak onderweg verpletterend verdelgd. Er zijn commentatoren die menen dat Putin daarmee zal stoppen als hij Oekraïne eronder heeft of, hopelijk al eerder, tot inkeer zal zijn gekomen. Ze vergissen zich vreselijk. Schuld en Boete eindigt in zoverre  nog in een beperkt optimisme dat Raskolnikov zich uiteindelijk bij de politie, bij een hogere autoriteit dus, aangeeft. Niet omdat zijn denkbeelden veranderd zijn maar omdat anderen hem daartoe hebben gebracht. Maar voor Poetin geldt dat er boven hem geen autoriteit bestaat. Daarom telt voor hem maar één ding. In haar schokkende boek  Putin’s People (2020) formuleert de journaliste Catherine Belton dat in drie woorden: ‘power is sacred’, macht is heilig. Je komt niet aan zijn heilige macht en wie dat wel waagt, zoals  inmiddels tallozen in en buiten Rusland hebben ervaren, is zijn leven niet langer zeker of al verloren. Poetin zal zich eerder dood vechten dan zijn macht opgeven. En anders dan in Dostojewski’s tijd beschikt hij nu over de mogelijkheden ons allemaal als insecten de dood mee in te verdelgen. Ik bid dat het Russische volk zelf tijdig genoeg tegen hem in opstand komt. “Mensen“, aldus Dostojewski,”spreken soms van beestachtige wreedheid. Maar dat is volslagen onterecht. Want geen beest is ooit zo wreed als mensen kunnen zijn.”

 

 

Photo by Cole Keister on Unsplash

De P van Puinhoop

Is het begrijpen van persoonlijkheid en persoonlijkheidskenmerken van politieke leiders belangrijk voor het begrijpen en voorspellen van hun gedrag? Het is opmerkelijk hoe weinig aandacht er door commentatoren aan deze vraag is besteed in de aanloop tot en verloop van de oorlog tussen Rusland en Oekraine. Neem Poetin. Hij is bij uitstek een autocratisch leider. Iemand die er constant naar streeft de totale macht in zijn land, gebied of organisatie in één hand , de zijne, te houden. Iemand die daarom oppositie niet duldt en zoveel mogelijk, al dan niet met geweld of verkrachting van elke rechtsorde, probeert uit te schakelen. Het kan zijn dat hij ooit door democratische verkiezingen aan de macht is gekomen. Maar eenmaal daar is hij absoluut niet bereid die macht ooit weer af te staan. Voorzover hij vervolgens verkiezingen toestaat, zijn het schijnwedstrijden waarvan de winnaar, hij dus, mede door corruptie, bedrog, angst, en intimidatie, al bijvoorbaat vaststaat. Dat sluit overigens niet uit dat een aanzienlijke groep burgers hem steunt en bewondert, juist omdat hij de rol van ‘strong man’, van krachtpatser, op een in hun ogen aantrekkelijke en voor volk, vaderland en traditie noodzakelijke manier vervult. Maar dit alles betreft voornamelijk uiterljke kenmerken en verschaft nog geen inzicht in wat voor persoon daarachter schuilgaat. Terwijl juist kennis daarvan zo belangrijk is om te kunnen anticiperen en beperken of voorkomen van de ontwrichting en het lijden dat autocratisch leiderschap zowel in eigen land of organisatie als ver daar buiten kan aanrichten. Sommige van mijn collega’s menen dat er tussen grofweg 2000 en nu wereldwijd sprake is van een toename van autocratische leiders. Denk behalve aan Poetin, aan figuren als  Trump (VS), Erdogan (Turkije), en Duterte (Philippijnen) naast een hele  reeks anderen. Wat zij met name gemeenschappelijk lijken te hebben – enig voorbehoud, dit zijn afstandsdiagnoses – is wat genoemd wordt The Dark Triad, de drie duistere persoonlijkheidskenmerken. Dat zijn narcisme (overdreven positief zelfbeeld, onverzadigbare behoefte aan aandacht en bewondering, heftige allergie voor kritiek), psychopathie (grove ongevoeligheid, kent geen spijt, berouw, schuldgevoel of empathie) en Machiavellisme (voortdurend bezig anderen te manipuleren of op het verkeerde been te zetten door leugen, bedrog en aanjagen van angst). Voor autocraten geldt voorts dat ze buitengewoon grof, onaangenaam of bedreigend in hun uitspraken kunnen zijn. Zelfs naar hun medewerkers of hoge functionarissen. Zo zag Angela Merkel zich een keer genoodzaakt tijdens een bijeenkomst van de regeringen van Rusland en Duitsland Poetin te vragen zich niet zo onbeschoft en minachtend ten opzichte van de aanwezige ministers te gedragen. En daarmee stoten we op de vierde duistere en meest gevaarlijke trek van Poetin. Hij minacht een ieder die minder macht heeft dan hij. De nu naar compromissen en vrede strevende Westerse leiders, zijn voor hem even zovele slappelingen. De oplossing? Stel een autocraat keihard je grenzen, reageer onmiddellijk op (dreigende) overschrijding daarvan of van afgesproken rechtsordes en vertrouw voor de veiligheid en bescherming van jezelf en van jou afhankelijken nooit op met hem gemaakte afspraken. Dat is vragen om puinhopen.

 

 

Photo by Kedar Gadge on Unsplash